nl Kooksensorfunctie
19.4 Kooksensorfunctie
Het overzicht toont de beschikbare functie-instellingen voor de kooksensorfunctie.
Kooksensorfunctie
Opwarmen, warm-
houden
In melk garen
In water garen
Koken
Koken in de snel-
kookpan
Frituren bij lage tem-
peratuur
Frituren bij matige
temperatuur
Frituren bij hoge tem-
peratuur
19.5 Tips voor het koken met de
kooksensorfunctie
¡ Functie Verwarmen/Warmhouden: diepvriesproduc-
ten in porties, bijv. spinazie. Het diepvriesproduct in
het kookgerei doen. De door de fabrikant aangege-
ven waterhoeveelheid toevoegen. De kookgerei af-
dekken en 70°C instellen. Tussentijds doorroeren.
¡ Functie Zachtjes koken: gerechten indikken, bijv.
sauzen. Het gerecht met de aanbevolen tempera-
tuur aan de kook brengen. Na het binden bij 85°C
laten wellen.
Wanneer het geluidssignaal klinkt het gerecht op
deze temperatuur warmhouden gedurende de ge-
wenste tijd.
¡ Functie opkoken: water met gesloten deksel verhit-
ten, zonder dat het overloopt. 100°C instellen.
¡ Functie Koken in de snelkookpan: houd de aanbe-
velingen van de fabrikant aan. Na het geluidssignaal
verder bereiden gedurende de aanbevolen tijd.
115°C instellen.
¡ Functie Frituren met veel olie in de pan: de olie ver-
warmen met gesloten deksel. Het deksel na het ge-
luidssignaal verwijderen en de levensmiddelen toe-
voegen. 175°C instellen.
Opmerkingen
¡ Zorg ervoor dat de siliconenpatch volledig droog is
voordat u met koken begint.
¡ Altijd met gesloten deksel koken, behalve bij ge-
bruik van de functie Frituren. Dan 170°C instellen.
26
Temperatuurstanden Kookgerei
70°C
85°C
90°C
100°C
115°C
160°C
170°C
180°C
Beschikbaarheid
Alle kookzones
Alle kookzones
Alle kookzones
Alle kookzones
Alle kookzones
Alle kookzones
Alle kookzones
Alle kookzones
¡ Wanneer er geen geluidssignaal klinkt, dan controle-
ren of er een deksel aanwezig is op het kookgerei.
Gebruik voor een optimale benutting van de kook-
functies altijd een deksel, behalve wanneer u de
functie Frituren gebruikt.
¡ Olie nooit zonder toezicht verhitten. Gebruik olie of
vet dat geschikt is om te frituren. Gebruik geen
mengsel van verschillende frituurvetten, zoals olie
en reuzel, omdat er dan schuim van hete vetmeng-
sels kan ontstaan.
¡ Wanneer het kookresultaat niet naar tevredenheid
is, bijv. bij het koken van aardappelen, gebruik dan
de volgende keer meer water en houd de aanbevo-
len temperatuurstand aan.
19.6 Kookpunt instellen
Het punt waarop het water begint te koken hangt af
van hoe hoog uw woonplaats zich boven zeeniveau be-
vindt. Kookt het water te hard of te zacht, dan kan het
kookpunt worden ingesteld.
De basisinstelling
1.
→ "Basisinstellingen", Pagina 34
De basisinstelling is standaard op
2.
de woonplaats zich op een hoogte tussen 200 en
400 meter boven de zeespiegel bevindt, dan hoeft u
het kookpunt niet in te stellen. Kies anders de instel-
ling die overeenkomt met de hoogte boven zeeni-
veau van de woonplaats.
→ "Overzicht van de instelwaarden van de kookpun-
ten", Pagina 27
Bijschakeling
selecteren.
ingesteld. Als