Inhoudsopgave
Advertenties
1
Gebakken kaas
3
Croutons
Droge kant-en-klaarmaaltijden
1
Regelmatig keren.
2
Olie en levensmiddelen na het geluidssignaal in de
pan doen.
Regelmatig roeren.
3
Boter en levensmiddelen na het geluidssignaal in
4
de pan doen.
5
Duur per portie. Na elkaar braden.
6
Het water na het geluidssignaal toevoegen. Zodra
het water kookt, het product in de pan doen.
Het product na het geluidssignaal toevoegen.
7
Kooksensorfunctie
19 Kooksensorfunctie
Met de kooksensorfunctie kunt u levensmiddelen op-
warmen, garen, koken, in de snelkookpan koken of in
een pan met ruim olie bij gecontroleerde temperatuur
frituren. Deze functie staat voor alle kookzones ter be-
schikking.
Voor de kooksensor-functie is een draadloze tempera-
tuursensor nodig.
De draadloze kooksensor wordt op de kookpan aange-
bracht, meet tijdens het gehele kookproces de tempe-
ratuur van het kookgerei en geeft de informatie over de
temperatuur van het kookgerei aan het bedieningspa-
neel door.
Daardoor wordt het bereidingsvermogen met een hoge
mate van nauwkeurigheid geregeld, om de juiste tem-
peratuur aan te houden en perfecte kookresultaten te
behalen.
Indien nodig kunt u een draadloze kooksensor nader-
hand in de vakhandel, via onze technische service of
via onze officiële website verkrijgen.
Informatie over de draadloze kooksensor kunt u vinden
in paragraaf
→ "Draadloze kooksensor", Pagina 31
19.1 Voordelen van de kooksensorfunctie
¡ De kookzone warmt alleen op wanneer dit nodig is
ter handhaving van de temperatuur. Zo wordt ener-
gie bespaard. Olie of vet raken niet oververhit.
¡ De temperatuur wordt voortdurend gecontroleerd. Er
wordt voorkomen dat het voedsel overkookt. U hoeft
de temperatuur niet na te regelen.
¡ Er klinkt een geluidssignaal, wanneer het water of
de olie de optimale temperatuur heeft bereikt om
het product toe te voegen. Uitzonderingen voor
voedsel dat direct aan het begin wordt toegevoegd
vindt u in het overzicht → Pagina 28.
Opmerkingen
¡ Gebruik kookgerei met volledig vlakke en dikke bo-
dem. Gebruik geen kookgerei met een dunne of
vervormde bodem.
¡ Vul het kookgerei dusdanig dat de inhoud de juiste
hoogte bereikt om de siliconenpatch van de kook-
sensor af te dekken.
3
7-10
3
6-10
6
1
5-10
Amandelen, geroosterd
7
Noten, geroosterd
Pijnboompitten, geroosterd
Regelmatig keren.
1
2
Olie en levensmiddelen na het geluidssignaal in de
pan doen.
3
Regelmatig roeren.
Boter en levensmiddelen na het geluidssignaal in
4
de pan doen.
5
Duur per portie. Na elkaar braden.
6
Het water na het geluidssignaal toevoegen. Zodra
het water kookt, het product in de pan doen.
7
Het product na het geluidssignaal toevoegen.
¡ Gebruik bij het bakken of te braden met weinig olie
altijd de braadsensorfunctie.
¡ Het kookgerei zodanig opstellen dat de kooksensor
naar het zijdelingse buitenvlak van de kookplaat
wijst.
¡ Verwijder de kooksensor tijdens het bereidingspro-
ces niet van het kookgerei.
¡ Verwijder na het koken de draadloze kooksensor
van het kookgerei. Voorzichtig, de kooksensor kan
heel heet zijn.
19.2 Geschikt kookgerei
Kies de kookzone die qua diameter het beste overeen-
komt met die van de bodem van het kookgerei. Plaats
het kookgerei in het midden van deze kookzone.
Gebruik voor de kookfuncties pannen die zo hoog zijn
dat de benodigde hoeveelheid water boven de silico-
nenpatch van de draadloze kooksensor uitkomt.
Voor de kookfuncties is al het kookgerei geschikt dat u
voor inductiekoken kunt gebruiken. Informatie over
kookgerei, dat geschikt is voor inductiekoken, vindt u
onder
→ "Koken met inductie", Pagina 8.
In het overzicht → Pagina 26 wordt voor elke functie
het geschikte kookgerei vermeld.
19.3 Temperatuurstanden
Kookfuncties
Temperatuur-
bereik
Opwarmen,
60 - 70°C
warmhouden
Sudderen
80 - 90°C
Koken
90 - 100°C
Garen in de
110 - 120°C
snelkookpan
Frituren met
170 - 180°C
veel olie in de
pan
Kooksensorfunctie nl
7
4
3-15
4
3-15
7
4
3-15
Geschikt voor
Bijv. soepen, punch
Bijv. rijst, melk
Bijv. pasta, groente
Bijv. kip, eenpans-
maaltijd.
Bijv. donuts, gehakt-
balletjes
25
Advertenties
Inhoudsopgave
