Om ervoor te zorgen dat de klepzittingen op hun plaats blijven na elke keer dat de klep
is bediend, raden we het gebruik van belastingverdeelringen (LDR) aan op de kleppen
SLV, SLF, SLH en SLX wanneer:
• De pijpleidingen een rubberen binnenwand hebben en/of de flenzen geheel of
gedeeltelijk een rubberen laag hebben.
• De binnendiameter van de aansluitleidingen en/of flenzen groter is dan de
ingaande diameter van de klep.
• De buitendiameter van de geopende flens niet groot genoeg is om het metalen frame rond de zitting
af te dekken waardoor er geen metaal-op-metaal contact is tussen de klep en de flens.
Wanneer er belastingverdeelringen zijn besteld zitten deze bij levering standaard op de klep
geassembleerd
4. Voer, als laatste stap van de installatie, een werkingstest uit door de afsluiter te openen en te sluiten. Volg de
voorschriften in de handleiding van de aandrijving (indien aanwezig).
Een afsluiter met een handwiel moet met normale handkracht worden bediend. Het met overmatige
•
kracht sluiten van de afsluiter kan de afsluiter beschadigen.
•
Een afsluiter met elektrische/pneumatische aandrijving moet door de signalen van het
besturingssysteem in zijn eindposities, d.w.z. GEOPEND en GESLOTEN, worden gebracht.
Het aansluiten van een aandrijving op het besturingssysteem van de installatie moet gebeuren volgens
•
de voorschriften in de handleiding van de aandrijving.
5. Als de pijpleiding moet worden doorgespoeld om onzuiverheden te verwijderen, moet de afsluiter 100 % worden
geopend.
Afsluiters met een aandrijving die door Stafsjö worden geleverd, zijn exact afgesteld op hun eindposities:
Deze afstelling mag niet worden gewijzigd zolang de afsluiter correct werkt.
Alleen voor afsluiters met elektrische aandrijving:
Zorg dat de actuatormotor stopt door het signaal van de eindschakelaar in gesloten en geopende stand
van de actuator. Overmatige kracht kan de afsluiter beschadigen. Het signaal van de
draaimomentschakelaar kan als signaal voor storingen worden gebruikt. Raadpleeg de handleiding van de
aandrijving voor meer informatie.
B6
Installatie in een ATEX-zone
Opmerking:
De handleiding van de aandrijving kan bijkomende voorschriften bevatten.
Deze ATEX-voorschriften gelden naast de andere voorschriften in dit document.
In zones met ATEX-classificatie mogen, overeenkomstig ATEX-richtlijn 2014/34/EU, alleen afsluiters met
ATEX-classificatie en de bijbehorende markeringen worden geïnstalleerd.
Aanvullende eisen zijn te vinden in de ATEX installatie-instructies van Stafsjö voor de respectievelijke
categorie.
Neem naast bovenstaande voorschriften ook het volgende in acht:
•
De afsluiter maakt deel uit van het aardingssysteem van de installatie.
De gebruiker heeft een risicoanalyse van de pijpleiding en de afsluiter uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen
•
van ATEX-richtlijn 2014/34/EU.
Afb. 7
Document: is-VALVE, 22-10-01, uitgave: 16