Pandetectie
Als de stroom ingeschakeld is en u een vermogensniveau
hebt geselecteerd, wordt de pan automatisch gedetecteerd
als de pan binnen de kookzone op de inductiekookplaat
wordt geplaatst of van deze zone wordt verwijderd. (Zie Afb.
5.3 voor de panzone en panlocatie).
Afb.12,4
1 2 3 4 5 6
Restwarmte-indicatielampje
Het kookoppervlak wordt tijdens het gebruik heet, omdat
de warmte uit de pan wordt geleid. Ook na gebruik blijft het
kookoppervlak nog een tijdje heet.
Na het koken verschijnt indicatie "Warme kookplaat" (Afb.
5.4) en deze blijft gedurende korte tijd na het uitschakelen
zichtbaar.
Bedieningspaneel
Zorg altijd dat uw vingers goed contact maken op de
touchpads voor een goede reactie.
De touchpads reageren mogelijk niet als het
bedieningspaneel van de kookplaat nat is.. Maak het gebied
van de touchpad met een papieren handdoek droog.
Oververhittingsbescherming
Het vermogen wordt automatisch verlaagd als onder de
kookzone te hoge temperaturen worden gedetecteerd. Als
er hoge temperaturen worden gedetecteerd, dan is het niet
mogelijk om het vermogensniveau in te stellen op een hoger
niveau dan wordt weergegeven op de visuele displays.
Als een pan droog kookt, dan schakelt het
oververhittingssysteem de kookplaat uit.
H
7 8 9
Afb. 5.1
De inductiekookplaat gebruiken
Stap 1. Raak de stand-byknop de inductiekookplaat aan
te zetten.
Stap 2. Zet de inductie aan. Als het vermogensniveau niet
binnen 20 seconden wordt ingesteld, dan schakelt het
toestel automatisch uit.
Stap 3. Stel het vereiste vermogensniveau in
1 2 3 4 5 6 7 8
Stap 4. Boostniveau. De vermogensboost duurt 10
minuten, dan keert het toestel terug naar de vorige
instelling.
Stap 5. Raak de stand-byknop de inductiekookplaat uit
te zetten.
21
Nederlands
9
9 P