Sla geen corrosieve chemische producten,
■
stoom, ontvlambare materialen of niet-
voedingsmiddelen op onder dit
huishoudelijk apparaat of in de buurt
daarvan.
Oververhit vet of olie vat gemakkelijk vlam.
Brandgevaar!
■
Ga nooit weg terwijl u vet of olie verhit.
Indien dit vlam vat, doof het vuur dan niet
met water. Doe een deksel op de pan om
het vuur te doven en zet de kookzone uit.
:
Waarschuwing – Gevaar voor letsel!
Barsten of breuken in de glasplaat zijn
■
gevaarlijk. Alle branders en elektrische
verwarmingselementen onmiddellijk
uitschakelen.De netstekker uit het
stopcontact halen of de zekering in de
meterkast uitschakelen.Gastoevoer
afsluiten. Het oppervlak van het apparaat
niet aanraken. Een defect toestel nooit
inschakelen. Contact opnemen met de
servicedienst.
Pannen die beschadigd zijn, een
Risico op verwonding!
■
ongeschikte afmeting hebben, buiten de
randen van de kookplaat uitkomen of niet
goed geplaatst zijn kunnen ernstig letsel
veroorzaken. Neem de tips en
waarschuwingen omtrent pannen in acht.
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Risico van letsel!
■
Reparaties en vervangingen van
beschadigde elektriciteits- en gasleidingen
mogen uitsluitend worden uitgevoerd door
technici die zijn geïnstrueerd door de
klantenservice. Is het toestel defect, haal
dan de stekker uit het stopcontact of
schakel de zekering in de meterkast uit, de
gastoevoer sluiten. Contact opnemen met
de klantenservice.
Wanneer een bedieningsknop los zit of er
Risico van letsel!
■
niet aan kan worden gedraaid, mag hij niet
meer worden gebruikt. Neem direct contact
op met de servicedienst, om de knop te
laten repareren of vervangen.
:
Waarschuwing – Gevaar voor elektrische
schokken!
Gebruik geen stoomreinigers om het
■
apparaat te reinigen.
Barsten of breuken in de glasplaat kunnen
Gevaar van een elektrische schok!
■
elektrische schokken veroorzaken.
Zekering in de meterkast uitschakelen.
Contact opnemen met de klantenservice.
Het apparaat leren kennen
*Het apparaat leren kennen
I n het modeloverzicht vindt u uw apparaat met de
H e t a p p a r a a t l e r e n k e n n e n
brandervermogens. ~ Blz. 2
Bedieningselementen en branders
Bij elke bedieningsknop wordt de bijbehorende brander
aangegeven. Met de bedieningsknoppen kunt u, in
overeenstemming met de verschillende posities, het
benodigde vermogen instellen tussen de maximale en
minimale waarden. Probeer nooit om van stand 0 direct
naar stand 1 of om van stand 1 naar stand 0 te gaan.
Indicaties
Brander die m.b.v. de bedieningsknop wordt geregeld
Ì
Uitgeschakelde brander
Û
Hoogste vermogensstand en elektrische ontsteking
—
9
Laagste vermogensstand
1
˜
Voor een correcte werking van het apparaat is het
noodzakelijk om te controleren of de roosters en alle
delen van de branders juist geplaatst zijn. Verwissel de
deksels van de branders niet.
Roosters altijd voorzichtig verwijderen. Door een rooster
te verschuiven kan het rooster daaronder ook van
plaats veranderen.
Elementen
1
Ontstekingskaars
2
Thermo-element
3
Branderkelk
4
Branderdeksel
nl
35