Tabel 2-1
Menu's Geïntegreerde JetDirect en EIO <X> Jetdirect (vervolg)
Artikel
IPX/SPX
40
Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel
Subitem
PROXYSERVER
PROXYPOORT
INSCHAKELEN
FRAMETYPE
Waarden
DHCPV6-BELEID
●
OPGEGEVEN
ROUTER
●
ROUTER NIET
BESCHIKBAAR
●
ALTIJD
PRIMAIRE DNS
SECUNDAIRE DNS
UIT
AAN
AUTO
EN_8023
EN_II
EN_8022
EN_SNAP
Omschrijving
Selecteer INSCHAKELEN en kies AAN om
handmatige configuratie in te schakelen of UIT om
handmatige configuratie uit te schakelen.
ADRES: Met dit item voert u een 32-cijferig
hexadecimaal IPv6-knooppuntadres in dat de
dubbelepunts hexadecimale syntaxis gebruikt.
OPGEGEVEN ROUTER: De door de afdrukserver te
gebruiken stateful-autoconfiguratiemethode wordt
bepaald door een router. De router specificeert of de
afdrukserver het adres, de configuratiegegevens of
beide verkrijgt van een DHCPv6-server.
ROUTER NIET BESCHIKBAAR: Als er geen router
beschikbaar is, moet de afdrukserver proberen de
stateful-configuratie van een DHCPv6-server te
krijgen.
ALTIJD: Met of zonder beschikbare router moet de
afdrukserver steeds proberen de stateful-configuratie
van een DHCPv6-server te krijgen.
Met dit item specificeert u een IPv6-adres voor de
primaire DNS-server die door de afdrukserver moet
worden gebruikt.
Met dit item specificeert u een IPv6-adres voor de
secundaire DNS-server die door de afdrukserver moet
worden gebruikt.
Hiermee wordt de proxyserver gespecificeerd die moet
worden gebruikt door de in het product geïntegreerde
toepassingen. Een proxyserver wordt gewoonlijk
gebruikt voor internettoegang door netwerkclients.
Deze slaat webpagina's op en biedt bepaalde
internetbeveiliging voor deze clients.
Als u een proxyserver wilt opgeven, voert u het IPv6-
adres of een volledige domeinnaam in. De naam mag
maximaal 255 octetten hebben.
Voor sommige netwerken moet u mogelijk contact
opnemen met uw internetprovider (ISP) voor het
proxyserveradres.
Voer het poortnummer in dat door de proxyserver voor
cliëntondersteuning wordt gebruikt. Het poortnummer
identificeert de poort die is gereserveerd voor
proxyactiviteit op het netwerk en kan een waarde
hebben tussen 0 en 65535.
UIT: Schakel het IPX/SPX-protocol uit.
AAN*: Schakel het IPX/SPX-protocol in.
Selecteert de instelling van het frametype voor uw
netwerk.
AUTO: Stelt automatisch het frametype in en beperkt
het tot het eerst waargenomen frametype.
EN_8023, EN_II, EN_8022 en EN_SNAP zijn
frametypeselecties voor ethernetnetwerken
NLWW