Advertenties
Artikel
MODI HERSTELLEN
OPTIMALISEREN
24
Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel
Subitem
MODUS DISCHARGE
MODI AFDRUKKEN
PAP.KRUL
ROTATIE VOORAF
FUSERTEMPERATUUR
LADE 1
Waarden
Omschrijving
Gebruik de instelling OMLAAG als u licht of dun
afdrukmateriaal gebruikt in een omgeving met een
lage temperatuur en een laag vochtigheidsgehalte
en er sprake is van vlekkerige, vervormde of
korrelige afbeeldingen, of afbeeldingen met te
weinig toner. Met deze instelling wordt de
secundaire overdrachtsafwijking verkleind.
NORMAAL
Selecteer AAN als er klodders of spatten toner op
(standaard)
de afdrukken zitten. Deze problemen kunnen
optreden wanneer licht of dun papier wordt
AAN
gebruikt in omgevingen met een lage temperatuur
en een laag vochtigheidsgehalte. De problemen
doen zich meestal vaker voor bij dubbelzijdig
afdrukken.
AUTODETECTIE-
Hiermee kunt u de afdrukmodus wijzigen voor
MODUS (standaard)
papiersoorten die niet van HP zijn, waardoor de
afdrukkwaliteit kan worden beïnvloed.
NORMAAL
Wanneer AUTODETECTIEMODUS is
MODUS
ingeschakeld, wordt met de papiersensor de beste
TRANSPARENCY
afdrukmodus gekozen.
<AANVULLENDE
AFDRUKMODI>
Met deze functie zet u alle papiersoortmodi weer
terug op de fabrieksinstellingen.
NORMAAL
Stel deze optie in op LAGER om het omkrullen van
(standaard)
papier tegen te gaan. Als u deze optie selecteert,
wordt de normale snelheid verlaagd tot 10 ppm (in
LAGER
plaats van 40 ppm) en de driekwartsnelheid tot 7,5
ppm (in plaats van 30 ppm).
UIT (standaard)
Stel deze functie in op AAN als er horizontale
strepen op het papier verschijnen. Als u deze
AAN
functie selecteert, wordt de opwarmtijd van het
product langer.
NORMAAL
Hiermee wordt de temperatuur van de fuser
(standaard)
verlaagd om oververhitting te voorkomen.
ALTERNATIEF 1
Als er onder aan de pagina of op de volgende
pagina een vage afbeelding van de pagina
ALTERNATIEF 2
zichtbaar is, moet u eerst controleren of de
Papiersoort en Afdrukmodus juist zijn ingesteld
ALTERNATIEF 3
voor het papier dat u gebruikt. Als deze vage
afbeeldingen zichtbaar blijven, stelt u de functie
Fusertemperatuur in op een van de instellingen
Alternatief. Probeer eerst de instelling Alternatief 1
en kijk of dit het probleem oplost. Als dat niet het
geval is, probeert u Alternatief 2 en vervolgens
Alternatief 3. Bij de instellingen Alternatief 2 en
Alternatief 3 kan er extra vertraging tussen de
taken optreden.
NORMAAL
Als op de achterkant van het papier vlekken
(standaard)
zichtbaar zijn wanneer u vanuit lade 1 afdrukt, stelt
u de modus in op ALTERNATIEF. Hiermee
ALTERNATIEF
verhoogt u de reinigingsfrequentie.
NLWW
Advertenties
