Uitgebreide detectie (standaard) (beschikbaar voor alle laden)
●
Het product herkent gewoon en zwaar papier, transparanten, glanzend papier en stevig papier.
●
Bij elke afdruktaak wordt de eerste pagina stopgezet om de papiersoort te bepalen.
●
Er wordt vanuit gegaan dat de tweede en volgende pagina's van dezelfde soort zijn als de eerste
pagina.
●
Dit is de op één na snelste methode, en is handig bij het gebruik van stapels van hetzelfde
materiaal.
Alleen transparant
●
Er worden geen pagina's stopgezet om de papiersoort te bepalen, maar er wordt wel onderscheid
gemaakt tussen transparanten (modus Transparant) en papier (modus Normaal).
●
Dit is de snelste modus en is handig voor het afdrukken van grote aantallen in de modus Normaal.
Zie
Menu Afdrukkwaliteit op pagina 21
Het afdrukmateriaal op bron, soort of formaat selecteren
Als u het besturingssysteem Microsoft Windows gebruikt en een taak wilt afdrukken, wordt door drie
instellingen bepaald waar de printerdriver probeert afdrukmateriaal op te halen. De instellingen voor
Bron, Soort en Formaat worden in de meeste programma's weergegeven in het dialoogvenster Pagina-
instelling, Afdrukken of Afdrukeigenschappen. Als u deze instellingen niet wijzigt, wordt automatisch
een lade geselecteerd op basis van de standaardinstellingen.
Bron
Als u via Bron wilt afdrukken, selecteert u de lade waaruit het papier moet worden gehaald. Als u een
lade selecteert die is geconfigureerd voor een soort of formaat dat niet met de afdruktaak overeenkomt,
wordt u gevraagd de lade te vullen met de juiste soort of het juiste formaat afdrukmateriaal. Wanneer
u dit hebt gedaan, wordt het afdrukken gestart.
Soort en Formaat
Bij afdrukken volgens Soort of Formaat wordt de lade gebruikt die is gevuld met afdrukmateriaal van de
juiste soort en het juiste formaat. Selectie van papier volgens soort in plaats van bron is vergelijkbaar
met het vergrendelen van laden en zorgt ervoor dat speciaal papier niet per ongeluk wordt gebruikt. Als
een lade bijvoorbeeld voor briefhoofdpapier is geconfigureerd en u gewoon papier selecteert, wordt
geen papier uit de lade met briefhoofdpapier opgenomen. In plaats daarvan wordt papier opgenomen
uit een lade die is gevuld met gewoon papier en die via het bedieningspaneel is geconfigureerd voor
gewoon papier. Selectie van afdrukmateriaal volgens soort en formaat leidt tot een aanmerkelijk
verbeterde afdrukkwaliteit voor zwaar papier, glanzend papier en transparanten. Gebruik van de
onjuiste instelling kan leiden tot verminderde afdrukkwaliteit. Druk altijd af op basis van Soort voor
speciaal afdrukmateriaal, zoals etiketten of transparanten. Druk enveloppen, indien mogelijk, af volgens
Formaat.
●
Als u wilt afdrukken volgens Soort of Formaat, selecteert u de gewenste soort of het gewenste
formaat in het dialoogvenster Pagina-instelling, het dialoogvenster Afdrukken of het
dialoogvenster Afdrukeigenschappen, afhankelijk van het softwareprogramma.
●
Als u afdrukt op materiaal van een bepaalde soort of formaat, configureert u een lade voor die soort
of dat formaat. Wanneer u vervolgens deze soort of dit formaat kiest voor een afdruktaak, wordt
automatisch de lade gebruikt die daarvoor is geconfigureerd.
104 Hoofdstuk 7 Papier en afdrukmateriaal
voor meer informatie over het instellen van deze opties.
NLWW