®
VLT
HVAC Drive Programmeerhandleiding
3.3.7 1-8* Stopaanpassingen
Parameters voor het instellen van speciale stopfuncties van de motor.
1-80 Functie bij stop
Option:
[0] *
Vrijloop
[1]
DC-houd/motorvoorverw
1-81 Min. snelh. functie bij stop [RPM]
Range:
Application
[0 - 600 RPM]
dependent*
1-82 Min. snelh. voor functie bij stop [Hz]
Range:
Application
[Application dependant]
dependent*
3.3.8 Uitschakeling (trip) bij minimale motorsnelheid
Via Par. 4-11
Motorsnelh. lage begr. [RPM]
een goede oliedistributie.
In bepaalde gevallen, bijv. bij het werken op de stroomgrens vanwege een defect in de compressor, kan de motorsnelheid onder de minimale motor-
snelheid worden onderdrukt. Het is mogelijk om een uitschakellimiet in te stellen om beschadiging van de compressor te voorkomen. Als de motorsnelheid
lager wordt dan deze limiet zal de frequentieomvormer uitschakelen en een alarm (A49) genereren.
Een reset zal plaatsvinden op basis van de geselecteerde instelling in Par. 14-20
Als de uitschakeling (trip) plaats moet vinden bij een tamelijk specifieke snelheid (tpm) wordt aanbevolen om Par. 0-02
TPM
op
en gebruik te maken van slipcompensatie; deze kan worden ingesteld in Par. 1-62
NB!
Om de hoogste nauwkeurigheid via de slipcompensatie te verkrijgen, kan het beste een Autom. aanpassing motorgeg. (AMA) worden
uitgevoerd. Deze functie kan worden ingeschakeld via Par. 1-29
NB!
Een uitschakeling (trip) zal niet actief zijn bij het gebruik van een normaal stop- of vrijloopcommando.
1-86 Uitsch lg snelh [tpm]
Range:
Application
[Application dependant]
dependent*
Functie:
Selecteer de functie van de frequentieomvormer na een stopcommando of wanneer de frequentie
is uitgelopen naar de ingestelde waarde in Par. 1-81
Laat de motor vrijlopen.
Voorziet de motor van een DC-houdstroom (zie Par. 2-00
Functie:
Stel de snelheid in waarbij Par. 1-80
Functie:
Stel de uitgangsfrequentie in waarbij Par. 1-80
en Par. 4-12
Motorsnelh. lage begr. [Hz]
Functie:
Stel de gewenste motorsnelheid voor uitschakeling (trip) in. Als de uitschakelsnelheid is ingesteld
op 0 is de functie niet actief. Als de snelheid op enig moment na de start (of tijdens een stop) onder
de ingestelde waarde valt, zal de omvormer uitschakelen en het alarm [A49} Snelheidslimiet geven.
Functie bij stop.
MG.11.C9.10 – VLT
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
Min. snelh. functie bij stop [RPM]
DC-houd/voorverw.stroom
Functie bij stop
moet worden geactiveerd.
Functie bij stop
moet worden geactiveerd.
kan de minimale motorsnelheid worden ingesteld om te zorgen voor
Resetmodus
.
Slipcompensatie
.
Autom. aanpassing motorgeg. (AMA)
3 Parameterbeschrijving
.
).
Eenh. motortoerental
in te stellen
.
3
57