Download Print deze pagina

Danfoss VLT HVAC Drive FC 100 Series Programmeerhandleiding pagina 197

Softwareversie: 3.3.x
Verberg thumbnails Zie ook voor VLT HVAC Drive FC 100 Series:

Advertenties

®
VLT
HVAC Drive Programmeerhandleiding
Het wordt aanbevolen om de aan/uitlooptijden in Par. 3-41
Ramp 2 uitlooptijd
Par. 3-52
in te stellen op basis van de massatraagheid voordat PID autotuning wordt ingeschakeld. Als PID autotuning met lage aan/
uitlooptijden wordt uitgevoerd, zullen de afgestelde parameters meestal resulteren in een zeer trage regeling. Extreme ruis van de terugkoppelingssensor
kan worden verwijderd met behulp van een ingangsfilter (parametergroep 6-**, 5-5* en 26-** Klem 53/54 filter tijdconstante/Pulsfilter tijdconstante nr.
29/33) voordat PID autotuning wordt ingeschakeld. Voor de betrouwbaarste regelaarinstelling wordt aanbevolen om PID autotuning uit te voeren terwijl
de toepassing werkt in typische bedrijfscondities, d.w.z. met een typische belasting.
20-70 Type met terugk.
Option:
[0] *
Auto
[1]
Snelle druk
[2]
Trage druk
[3]
Snelle temp.
[4]
Trage temp.
20-71 PID-prestaties
Option:
[0] *
Normaal
[1]
Snel
20-72 PID uitgangswijz.
Range:
0.10*
[0.01 - 0.50 ]
20-73 Min. terugk.niveau
Range:
-999999.00
[Application dependant]
0
Pro-
cessCtrlU-
nit*
20-74 Max. terugk.niveau
Range:
999999.000
[Application dependant]
ProcessCtr-
lUnit*
20-79 PID autotuning
Option:
Ramp 1 aanlooptijd
Functie:
Deze parameter bepaalt de reactie van de toepassing. De standaardmodus zou geschikt moeten
zijn voor de meeste toepassingen. Als de toepassingssnelheid bekend is, kan deze hier worden
geselecteerd. Dit zal de benodigde tijd voor het PID autotuningproces verkorten. De instelling heeft
geen invloed op de waarde van de afgestelde parameters en wordt uitsluitend gebruikt voor de
autotuningprocedure.
Functie:
De instelling Normaal is geschikt voor een drukregeling in ventilatorsystemen.
De instelling Snel wordt over het algemeen gebruikt in pompsystemen, wanneer een snellere re-
gelrespons gewenst is.
Functie:
Deze parameter bepaalt de grootte van de stappen tijdens het automatisch afstellen. De waarde is
een percentage van de maximumsnelheid. Wanneer de maximale uitgangsfrequentie in
Motorsnelh. hoge begr. [RPM]
Par. 4-13
gesteld op 50 Hz, dan staat de waarde 0,10 voor 10% van 50 Hz, oftewel 5 Hz. Om de beste
afstellingsnauwkeurigheid te verkrijgen, moet deze parameter worden ingesteld op een waarde die
leidt tot een wijziging in de terugkoppeling van 10-20%.
Functie:
Het minimaal toegestane terugkoppelingsniveau moet hier worden ingesteld in de eenheid die is
geselecteerd in Par. 20-12
Referentie/terugk.eenheid
waarde in Par. 20-73
Min. terugk.niveau
er een foutmelding op het LCP.
Functie:
Het maximaal toegestane terugkoppelingsniveau moet hier worden ingesteld in de eenheid die is
geselecteerd in Par. 20-12
Referentie/terugk.eenheid
Max. terugk.niveau
waarde in Par. 20-74
er een foutmelding op het LCP.
Functie:
Deze parameter start het PID autotuningproces. Wanneer het automatisch afstellen met succes is
voltooid en de instellingen via de [OK]-toets of de [Cancel]-toets op het LCP door de gebruiker zijn
geaccepteerd dan wel afgewezen, wordt deze parameter teruggezet op
MG.11.C9.10 – VLT
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
Ramp 1 uitlooptijd
, Par. 3-42
of Par. 3-51
Motorsnelh. hoge begr. [Hz]
/Par. 4-14
. Als het niveau lager wordt dan de ingestelde
wordt het automatisch afstellen afgebroken en verschijnt
. Als het niveau hoger wordt dan de ingestelde
wordt het automatisch afstellen afgebroken en verschijnt
3 Parameterbeschrijving
Ramp 2 aanlooptijd
en
3
bijvoorbeeld is in-
Uitgesch
. [0].
197

Advertenties

loading