I
5
Besturing van de applicatieregelaar
0 0
5
Bedrijfsgedrag op de PROFIBUS-DP
5.1
Besturing van de applicatieregelaar
Besturingsvoor-
beeld voor Sima-
tic S5
22
Dit hoofdstuk beschrijft het principiële gedrag van de applicatieregelaar op de PROFI-
BUS-DP.
De besturing van de applicatieregelaar vindt plaats over het procesdatakanaal, dat één,
twee of drie I/O-woorden lang is. Deze procesdatawoorden worden bijvoorbeeld bij de
toepassing van een PLC als DP-master in het I/O- resp. periferiebereik van de besturing
geplaatst en kunnen zodoende op de gewone manier worden aangesproken.
PO 1
PW160
PO 2
PW158
PO 3
PW156
PW154
PW152
PW150
PW148
[2]
PI 1
PW160
PI 2
PW158
PI 3
PW156
PW154
PW152
PW150
PW148
Afbeelding 6: Plaatsen van de PROFIBUS-data in het PLC-adressenbereik ([1] =
parameterkanaal / [2] = PLC-adressenbereik)
PO = procesuitgangsdata / PI = procesingangsdata
Overige aanwijzingen voor de programmering en het configureren vindt u op het be-
stand README_GSD6003.PDF, dat u met het GSD-bestand mee krijgt.
Terwijl de procesingangsdata (actuele waarden) bv. bij de Simatic S5 met laad-com-
mando's worden ingelezen, kunnen de procesuitgangsdata (gewenste waarden) met de
overdrachtscommando's verzonden worden. Uitgaande van de volgende afbeelding
laat het voorbeeld de syntax voor de verwerking van de procesingangs- en procesuit-
gangsdata van de applicatieregelaar MOVIDRIVE
procesdatakanaal is in het commentaar weergegeven.
[1]
PO 1
[1]
PI 2
PI 1
®
zien. De fabrieksinstelling voor het
Handboek Veldbuscommunicatie PROFIBUS DFP21A
Q
E
PO 2
PO 3
PI 3
50234AXX