Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Dataconsistentie
Consistente data zijn gegevens, die altijd integer tussen automatiseringsapparaat en
applicatieregelaar moeten worden overgedragen en nooit gescheiden van elkaar mo-
gen worden overgedragen.
Dataconsistentie is vooral belangrijk voor positiewaarden resp. complete positionerings-
opdrachten, daar bij niet consistente overdracht de data uit verschillende programma-
cycli van het automatiseringsapparaat zou kunnen komen, en zodoende ongedefinieer-
de waarden naar de applicatieregelaar zouden worden overgedragen.
Bij PROFIBUS-DP vindt de datacommunicatie tussen automatiseringsapparaat en ap-
paratuur voor de aandrijftechniek over het algemeen plaats met de instelling "Data Inte-
grity over complete length".
4.2

Externe diagnose

Voor de applicatieregelaars MOVIDRIVE
rende de configuratie in de DP-master de automatische generering van externe diag-
nose-alarmering via PROFIBUS activeren. Als deze functie geactiveerd is, meldt de re-
gelaar met elke optredende storing een externe diagnose aan de DP-master. In het DP-
mastersysteem moet u dan corresponderende (deels ingewikkelde) algorithmen pro-
grammeren, om de informatie van de diagnose te verwerken.
Advies
Daar MOVIDRIVE
stand van de aandrijving overdraagt, is de activering van de externe diagnose principi-
eel niet noodzakelijk.
De structuur van de apparaat-specifieke diagnose werd voor Profibus DPV1 opnieuw
gedefinieerd. Het hier beschreven mechanisme kan alleen met Profibus DP (zonder
DPV1-uitbreidingen) gebruikt worden. Voor nieuwe applicaties wordt geadviseerd, dit
mechanisme niet meer toe te passen.
Aanwijzing voor Simatic S7 mastersystemen!
Uit het PROFIBUS-DP-systeem kan ook bij niet geactiveerde externe diagnosegenere-
ring altijd diagnose-alarmering in de DP-master bewerkstelligd worden, zodat de corre-
sponderende bedrijfsblokken (bv. OB84 voor S7-400 resp. OB82 voor S7-300) in de
besturing altijd moeten worden aangemaakt.
Procedure
In elke DP-master kunnen bij de configuratie van een DP-slave extra gebruikerspecifie-
ke parameters gedefinieerd worden, die bij de opstart van de PROFIBUS-DP aan de
slave worden overgedragen. Voor MOVIDRIVE
meterdata voorzien, die de volgende functie hebben:
Handboek Veldbuscommunicatie PROFIBUS DFP21A
®
®
via statuswoord 1 met elke PROFIBUS-DP-cyclus de actuele toe-
Externe diagnose
MDx60 met de optie DFP21A kunt u gedu-
®
zijn negen gebruikerspecifieke para-
I
4
0 0
17

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave