I
4
Configuratie van de DP-master
0 0
4
Configuratie en inbedrijfstelling
4.1
Configuratie van de DP-master
Procedure voor
de configuratie
DP-configuratie
14
In dit hoofdstuk krijgt u informatie voor de configuratie van de DP-master en inbedrijf-
stelling van de applicatieregelaar voor het veldbus-bedrijf.
Voor de configuratie van de DP-master staat een GSD-bestand ter beschikking. Dit be-
stand moet naar een speciale directory van uw configuratie-software gekopieerd wor-
den.
De gedetailleerde procedure kunt u in de handboeken van de betreffende configuratie-
software vinden.
Voor de configuratie van de MOVIDRIVE
gaat u als volgt te werk:
1. Lees het bestand README_GSD6003.PDF, die u bij het GSD-bestand ontvangt, om
meer actuele informatie voor het configureren te krijgen.
2. Installeer (kopieer) het GSD-bestand overeenkomstig de opdrachten van uw confi-
guratie-software. Als de installatie correct verlopen is verschijnt het apparaat bij de
slave-deelnemers met de aanduiding MOVIDRIVE+DFP21.
3. Voeg nu voor de configuratie de interface-modulen in onder de naam MOVI-
DRIVE+DFP21 in de PROFIBUS-structuur en geef het stationsadres mee.
4. Selecteer de voor uw applicatie vereiste procesdata-configuratie (zie ook hoofdstuk
"DP-configuratie").
5. Geef de I/O- resp. periferie-adressen aan voor de geconfigureerde databreedte.
Na de configuratie kunt u de PROFIBUS-DP in bedrijf stellen. De rode LED "BUS-
FAULT" signaleert de status van de configuratie (OFF = configuratie OK).
Om de soort en het aantal van de voor de overdracht gebruikte in- en uitgangsdata te
kunnen definiëren, moet aan de applicatieregelaar van de DP-master een bepaalde DP-
configuratie meegedeeld worden. Daarbij heeft u de mogelijkheid,
•
de aandrijving via de procesdata aan te sturen
•
via het parameterkanaal alle aandrijfparameters te lezen resp. te schrijven
•
een vrij definieerbare data-uitwisseling tussen IPOS
ken
De applicatieregelaars MOVIDRIVE
data-uitwisseling tussen DP-master en regelaar. De volgende tabel geeft aanvullende
informatie over alle mogelijke DP-configuraties van de MOVIDRIVE
"Procesdata-configuratie" laat de naam van de configuratie zien. Deze teksten verschij-
nen ook in uw configuratie-software voor de DP-master als selectietabel. In de kolom
DP-configuratie staat, welke configuratiedata bij de opbouw van de verbindingen van de
PROFIBUS-DP naar de regelaar gezonden worden.
®
met de PROFIBUS-DP communicatiepoort
plus®
en de besturing te gebrui-
®
bieden verschillende DP-configuraties voor de
Handboek Veldbuscommunicatie PROFIBUS DFP21A
®
-familie. De kolom