Schakel de „easy" over naar de status „Run" en
ga terug naar het schakelschema.
Via de stroomaanwijzing van het schakelschema
kunt u iedere parameterset bekijken.
Plaats de cursor op „C1" en druk op OK.
De parameterset van de teller
wordt getoond met momentele
waarde en setpoint.
Schakel „I5". De momentele
waarde verandert.
De spoelaansluiting „CNT" wordt
gedurende het moment, dat u de
knop „S1" ingedrukt houdt,
aangestuurd. „easy" toont dit in
de parameteraanwijzing.
Wanneer de momentele waarde
gelijk is aan het setpoint, schakelt het tijdrelais de
waarschuwingslamp iedere 2 seconden aan en uit.
Knipperfrequentie verdubbelen:
Kies in de stroomaanwijzing
„T1" en wijzig de setpoint-
tijd in „01.00".
Zodra u OK indrukt, knippert de
waarschuwingslamp tweemaal
zo snel.
Parameterinstellingen kunnen ook via het menupunt
„PARAMETER" worden gewijzigd.
Wanneer u niet wilt, dat iemand de parameters
wijzigt, dan kunt u bij het opstellen van het
schakelschema en het invoeren van de
parameters het vrijgaveteken van „+" naar „–"
instellen en het schakelschema met een
wachtwoord beveiligen.
Functierelais
f0010g0000
sDIR n
Ä sCNT d
Ä yRES b
f0010g0002
sDIR n
Ä sCNT d
Ä yRES b
Ü
w01.23g
S
n01.00n
Ä
sTRG
yRES
C1
+
C1
+
dT1
b +
83