Met „easy" bedraden
60
Bedieningssystematiek
De cursortoetsen in het „easy"-schakelschema
hebben drie functies. De actuele modus herkent u
aan het uiterlijk van de knipperende cursor.
Bewegen
Invoeren
Verbinden
In de modus „bewegen" positioneert u de
cursor met ÍÚ
ú í
een stroompad, een contact of een relaisspoel
te kiezen.
Met OK schakelt u om naar de modus
„invoeren", zodat u op de cursorpositie een
waarde kunt invoeren of wijzigen. Door
indrukken van ESC in de modus „invoeren", reset
„easy" de laatste wijzigingen van een invoer terug
naar de voorgaande waarde.
Met ALT gaat u naar „verbinden", om
contacten en relais te bedraden; nogmaals
indrukken van ALT zorgt voor terugschakeling
naar „bewegen".
Met ESC verlaat u de schakelschema- en
parameteraanwijzing.
„easy" voert een groot deel van deze
cursorwisselingen automatisch uit. Zo schakelt
„easy" de cursor om naar de modus „bewegen",
wanneer een instelling of een verbinding op de
gekozen cursorpositie niet meer mogelijk is.
Parameteraanwijzing oproepen
Wanneer u in de modus „invoeren" het contact van
een functierelais bepaald, gaat „easy" met OK
automatisch over van het contactnummer naar de
parameteraanwijzing.
í
Met
gaat u naar het volgende contact- of
spoelenveld, zonder parameters in te voeren.
in het schakelschema, om
â
I1
l