en
WACHTWOORD..
SYSTEEM
GB D F E I..
Remanentiegedrag Menu-
Geen remanente
momentele waarden
Remanente
momentele waarden
Remanente momentele
waarden wissen
3
I VERTR UIT
P KNOP AAN
STATUS: STOP
REMANENT.AAN
Gedrag: M13, M14, M15, M16, C8, T8, (D1
aanwijzing
bis D8, C5, C6, C7, T7) bij uitschakelen en
opnieuw inschakelen
REMANENTIE AAN
Alle momentele waarden worden bij het wisselen
van bedrijfstype „Run" naar „Stop" of bij het
uitschakelen van de voedingsspanning gewist.
REMANENTIE UIT
Alle momentele waarden worden bij het overgaan
van bedrijfstype „Run" naar „Stop" of bij het
uitschakelen van de voedingsspanning
opgeslagen tot deze weer worden opgeroepen.
De remanente mom. waarden worden onder de
volgende voorwaarden gewist (geldt alleen in het
bedrijfstype „Stop"):
Bij de overdracht van het schakelschema van de
EASY-SOFT (PC) of de EEPROM naar de „easy"
worden de remanente momentele waarden naar
„0" gereset (merker = uit). Dat geldt ook, wanneer
op de EEPROM geen programma aanwezig is. In
dat geval blijft het oude schakelschema in „easy"
behouden.
Bij het omschakelen van ingeschakelde remanentie
(aanwijzing staat op „REMANENT.UIT") naar
remanentie uitgeschakeld (aanwijzing staat op
„REMANENT.AAN").
Bij het wissen van het schakelschema via het menu
„WISSEN PROG".
Remanente momentele
waarden wissen
I VERTR UIT
P KNOP AAN
STATUS: RUN
REMANENT.UIT
153