Met „easy" bedraden
106
Schakelschema-elementen voor sprongen
Contact
Maakcontact
(alleen als eerste linker contact toepasbaar)
Nummers
Spoelen
Nummers
Spoelfunctie
Werking
Wanneer de sprongspoel wordt aangestuurd, worden
de navolgende stroomkringen niet meer verwerkt. De
toestanden van de spoelen blijven, indien deze niet in
andere niet oversprongen stroompaden worden
overschreven, staan op de laatste toestand van voor
het overspringen. Er wordt voorwaarts gesprongen,
d.w.z. de sprong eindigt op het eerste contact met
hetzelfde nummer als die van de spoel.
Spoel = sprong bij toestand „1"
Contact alleen op de eerste linker contactplaats
= sprongdoel
De contactplaats „Sprong": heeft altijd de
toestand „1".
Vanwege de werking van „easy" worden
terugsprongen niet uitgevoerd. Wanneer de
sprongmarkering in voorwaartse richting niet
aanwezig is, dan wordt naar het einde van het
schakelschema versprongen. De laatste
stroomkring wordt tevens oversprongen.
Wanneer een sprongdoel niet aanwezig is, wordt
naar het einde van het schakelschema
versprongen.
Een meervoudig gebruik van dezelfde
sprongspoel en hetzelfde contact is toegestaan,
zolang deze paarsgewijs, d.w.z.:
Ä
spoel
:1/oversprongen bereik/contact :1, spoel
Ä
:1/oversprongen bereik/contact :1 enz. wordt
toegepast.
:
1
8
t/m
Ä
1
8
t/m
Ä