Verklarende woordenlijst
Schakelschema-
elementen
Stroomkring
Uitgang
Voedingsspanning
Verbindingsmodus
216
Systeeminstellingen
Wachtwoord
Momentele waarden van hulprelais (merkers),
tijdrelais, tellers
Het schakelschema wordt net zoals bekend is uit de
conventionele bedradingstechniek, samengesteld uit
schakelschema-elementen. Daartoe behoren ingangs-,
uitgangs- en hulprelais plus functierelais en de P-
toetsen.
Iedere regel in de schakelschema-aanwijzing is een
stroomkring.
Via de vier uitgangen van „easy" kunnen lasten zoals
schakelaars, lampen of motoren worden aangestuurd.
De uitgangen worden in het schakelschema via de
uitgangsrelaisspoelen „Q1" t/m „Q8" resp. „S1" t/m
„S8" aangestuurd.
„easy"-AC wordt met wisselspanning 115 t/m 240 V AC,
50/60 Hz gevoed. De klemmen zijn gemarkeerd als „L"
en „N".
„easy"-DC wordt met gelijkspanning 24 V DC gevoed.
De klemmen zijn gemarkeerd als „+24 V" en „0 V".
De aansluitingen voor de voedingsspanning liggen aan
de ingangszijde op de eerste drie klemmen.
In de verbindingsmodus worden de schakelelementen in
het „easy"-schakelschema functioneel onderling
bedraad.