„easy" intern
176
In het vierde segment kent „easy" aan alle spoelen in
een schema de nieuwe schakeltoestanden toe.
Het vijfde segment ligt buiten het schakelschema.
„easy" gebruikt deze, om met de „buitenwereld" in
contact te treden: de uitgangsrelais „Q1" t/m „Q.."
worden geschakeld en de ingangen „I1" t/m „I.."
worden opnieuw ingelezen.
Bovendien kopieert „easy" alle nieuwe
schakeltoestanden in het toestandschema.
„easy" gebruikt alleen dit toestandschema tijdens
het doorlopen van een cyclus. Zo is gewaarborgd,
dat gedurende een cyclus iedere stroomkring met
dezelfde schakeltoestanden wordt verwerkt, ook
wanneer bijvoorbeeld de ingangssignalen op „I1" t/
m „I12" tussendoor meerdere malen zijn gewisseld.
Effecten op de opstelling van het schakelschema
„easy" verwerkt het schakelschema op volgorde van
deze vijf bereiken. Met twee zaken moet u daarom bij
het opstellen van het schakelschema rekening
houden.
Het omschakelen van een relaisspoel verandert
pas in de volgende cyclus de schakeltoestand
van een bijbehorend contact.
Bedraad voorwaarts of naar boven of naar
beneden. Bedraad nooit in achterwaartse
richting.