Systeem instellen
De afkortingen tussen haakjes achter de titels verwijzen naar de verschillende ISDN-ser-
vices. U kunt een aantal services pas gebruiken nadat de netwerkprovider deze beschik-
baar heeft gesteld, eventueel tegen een extra vergoeding.
Namen voor interne deelnemers wijzigen
Bij levering zijn alle interne nummers achtereevolgens de namen Intern 11, Intern 12
toegewezen. Deze records kunt u individueel naar eigen wensen wijzigen.
MENU
s
Instell. basis
s
Instellingen
~
OK
s
Deeln. defin.
s
Tst. instellen
s
Intern 11
MENU
s
Naam
~
MENU
Invoer opslaan
Omdat de namen in het basisstation worden opgeslagen, kunnen hand-
sets een andere naam krijgen als deze bij een ander basisstation worden
i
aangemeld. Hierdoor herkent u gemakkelijk met welk basisstation de
handsets in verbinding staan.
ISDN-telefoonnummers (MSN) instellen/wissen
Met ISDN beschikt u over twee afzonderlijke telefoonlijnen (B-kanalen) die u tegelijker-
tijd kunt gebruiken. U kunt per basisstation maximaal tien eigen telefoonnummers
(MSN-nummers) instellen.
Menu openen.
Selecteren en bevestigen.
OK
Selecteren en bevestigen.
OK
Indien nodig PIN-code invoeren (pagina 81).
Selecteren en bevestigen.
OK
Selecteren en bevestigen.
OK
Intern nummer selecteren, bijvoorbeeld Intern 11.
Submenu openen.
Selecteren en bevestigen.
OK
Naam wijzigen en menu openen.
Bevestigen. De naam wordt nu in de interne lijst
OK
weergegeven, ook bij interne oproepen vanaf dit
interne nummer.
Systeem instellen
83