Gebruik met andere toestellen
Gebruik met andere toestellen
Toesteltype definiëren
op basisstation:
MENU
s
Basis instellen
s
Instellingen
~
OK
s
Deeln. defin.
Tst. instellen
s
Int 21
MENU
s
Toesteltype
s
Fax
MENU
Invoer opslaan
Bij wijziging van een instelling voor een type apparaat waarvoor geen
ontvangst-MSN nodig is in een type apparaat waarvoor wel een ont-
i
vangst-MSN nodig is, worden voor deze interne deelnemers alle in het
systeem geprogrammeerde MSN's als actieve-ontvangst-MSN's overge-
nomen.
Telefoneren met toestellen via een analoge aansluiting
op basisstation:
Via analoge aansluitingen kunnen toestellen met toonkeuze worden gebruikt. Toestel-
len met pulskeuze worden niet ondersteund.
Instructies voor het telefoneren via een analoge aansluiting vindt u in de
i
gebruiksaanwijzing van het basisstation.
98
SX205isdn
SX255isdn
Displaytoets indrukken om het menu te openen.
Selecteren en bevestigen.
OK
Selecteren en bevestigen.
OK
Indien nodig PIN-code invoeren (pagina 81).
Selecteren en bevestigen.
OK
Bevestigen.
OK
Intern nummer selecteren, bijvoorbeeld Int 21.
Submenu openen.
Selecteren en bevestigen.
OK
Gewenste toesteltype selecteren en bevestigen, bij-
voorbeeld Fax.
Submenu openen.
Bevestigen. De naam wordt nu in de interne lijst
OK
weergegeven, ook bij interne oproepen vanaf dit
interne nummer.
SX205isdn
SX255isdn
SX303isdn
SX353isdn
SX303isdn
SX353isdn