Beveiliging
Alarmnummers
Standaard zijn landspecifieke alarmnummers ingesteld. Die kunnen niet worden gewij-
zigd of gewist. U kunt vijf eigen alarmnummers invoeren.
U kunt alarmnummers ook kiezen op handsets met een beperkte machti-
i
ging (bijvoorbeeld Alleen intern).
Eigen alarmnummers instellen, wijzigen, weergeven en wissen
v
s
Instell. Basis
s
Instellingen
~
OK
Veiligheid
s
Noodnummers
s
<geen invoer>
Í
óf
Nummer wijzigen
~
Í
Invoer opslaan
óf
s
Nummer weergeven
óf
s
Nummer wissen
a
Als uw telefoon op een thuiscentrale is aangesloten, moet u vóór het alar-
mnummer het juiste netnummer plaatsen (de netlijncode, bijvoorbeeld 0
i
(zie pagina 135). Dat geldt ook voor de vooraf ingestelde alarmnummers,
waarvoor u ter vervanging bijvoorbeeld "0110" en "0112" moet defi-
niëren.
98
Menu openen.
Selecteren en bevestigen.
OK
Selecteren en bevestigen.
OK
Indien nodig PIN invoeren en bevestigen.
Bevestigen.
OK
Selecteren. De lijst met alarmnummers wordt geo-
pend.
Item selecteren, bijvoorbeeld
Displaytoets indrukken om het submenu te openen.
Alarmnummer instellen of wijzigen:
Bevestigen.
OK
Nieuw alarmnummer (maximaal 32 cijfers) invoeren
of bestaand alarmnummer wijzigen. U kunt het
nummer ook overnemen uit het telefoonboek s of
de snelkieslijst C.
Displaytoets indrukken om het submenu te openen.
Bevestigen.
OK
Alarmnummer weergeven:
Selecteren en bevestigen.
OK
Alarmnummer wissen:
Selecteren en bevestigen.
OK
Lang indrukken (terug naar ruststand).
.
<geen invoer>