9.3.4.4
„mA-uitgang (optie)"
„Debietbewaking"
9.3.4.5
„Membraanbreuk"
9.3.4.6
„Systeem"
9.3.5
Voor meer informatie m.b.t.
uitgangen" " op pagina 55 .
„Menu / Informatie è Instellingen è In-/uitgangen è mA-uitgang
..."
è
Hier kan worden ingesteld welk stroombereik bij de mA-uitgang moet
worden gebruikt.
„Functie" worden ingesteld of bij de mA-uitgang de actuele
Zo kan bij
„slagen / minuut" ) als signaal moet worden gegeven of de
slagfrequentie (
doseer-capaciteit (liter / uur).
„Menu / Informatie è Instellingen è In-/uitgangen
Debietbewaking è ..."
è
De instelmogelijkheden van de functie
„Debietbewaking" zijn alleen beschikbaar als een
debietbewaking elektrisch is geïnstalleerd. Het symbool
voor de debietbewaking verschijnt:
Een doseerbewaking, zoals Flow Control (ook DulcoFlow
duele persstoten van de pomp registreren en terugmelden aan de pomp.
„Activering" kan de functie worden in- en uitgeschakeld.
Onder
Blijft deze terugmelding zo vaak uit als in
steld, gaat de pomp in storing.
„Bij extern" kan worden ingesteld of de functie bij hulpfrequentie
Onder
moet zijn gedeactiveerd.
„Signalering" kan worden ingesteld of bij het overschrijden van de tole‐
Bij
rantie de besturing een fout of een waarschuwing moet activeren.
„Menu / Informatie è Instellingen è In-/uitgangen
Membraanbreuk è ..."
è
De instelmogelijkheden van de functie
„Membraanbreuk" zijn alleen beschikbaar als een mem‐
braanbreukmelder elektrisch is geïnstalleerd. Het sym‐
bool voor het membraan verschijnt
In het submenu
„Membraanbreuk" kan worden geselecteerd of de pomp
bij membraanbreuk een waarschuwingsmelding of een foutmelding moet
geven.
„Menu / Informatie è Instellingen è Systeem è ..."
Instellen /
„Relais2" - zie Ä Hoofdstuk 9.3.4 „ „In-/
.
„Tolerantie / slagen" is inge‐
.
„Menu"
®
) kan de indivi‐
57