„Menu"
Instellen /
„Kalibreren"
9.3.3
Voorbereidingen
54
Er zijn 2 typen overbelastingsuitschakeling:
bij een plotselinge drukstijging (bijv. afsluitventiel gesloten) stopt de
n
pomp direct. De fout 60 "Leidingblokkade" en 59 "p+" worden weerge‐
geven.
bij een langzame drukstijging (bijv. kristallen in leidingen slibben deze
n
langzaam dicht), stopt de pomp met een tijdvertraging. De fout 59 "p+"
wordt weergegeven.
Via het menu kan naast
worden gekozen: Dan waarschuwt de pomp, maar draait wel door.
De overbelastingsuitschakeling kan worden gedeacti‐
veerd, door „Druktrap" - „geen" in te stellen.
Net als andere kritische instellingen, wordt ook deze
instelling in het interne geheugen opgeslagen.
„Menu / Informatie è Instellingen è Kalibreren è ..."
Nauwkeurigheid van de kalibratie
Doorgaans hoeft de pomp niet te worden gekalibreerd.
De pomp kan echter worden gekalibreerd, als viskeuze
doseermedia worden gebruikt of als een zeer hoge
nauwkeurigheid wordt gewenst.
WAARSCHUWING!
Bij een gevaarlijk doseermedium moeten bij het uit‐
voeren van de volgende kalibratie-instructie de vereiste
veiligheidsmaatregelen worden getroffen. Het veilig‐
heidsinformatieblad van het doseermedium opvolgen!
1.
Blader met de het
[Clickwheel] door de basisweergaven, om te con‐
troleren of liters of gallons zijn geselecteerd.
2.
Is de verkeerde volume-eenheid gekozen, dit in het menu
„Menu / Informatie è Instellingen è Systeem è Eenheid" corri‐
geren.
3.
Controleer of de slagfrequentie in de basisweergave niet te laag is
voor het kalibreren.
4.
De zuigslang in een kalibratiebuis met doseermedium steken - de
persslang moet op definitieve wijze zijn geïnstalleerd (bedrijfs‐
druk, ...!).
5.
Het doseermedium aanzuigen (toets
als de zuigslang leeg is.
„Fout" ook „Waarschuwing" als reactie
t
1
Q
1
t
2
Q
2
[Aanzuigen] indrukken),
P_G_0071_SW