Montagehandleiding Radiaal motorventilatorwaaiers
2.3.2 Niet-reglementaire toepassing / redelijkerwijze te verwachten foutieve
toepassingen
•
Toepassing in resp. met een explosiebeveiligde zone waarvoor de
motorventilatorwaaier op basis van zijn categorie niet geschikt is, bijv. toepassing van
een tegen gasexplosies beveiligde motorventilatorwaaier in een stof-Ex-zone.
•
Toepassing in resp. met een medium, waarvoor de motorventilatorwaaier op basis
van zijn maximale oppervlaktetemperatuur niet geschikt is.
•
Verpompen van agressieve, corrosieve, schurende of hechtende media.
•
Verpompen van stof en media die deeltjes bevatten.
•
Verpompen van vaste stoffen of met een percentage aan vaste stoffen in het
transportmedium.
•
Gebruik op een frequentieomvormer voor toerentalregeling.
•
Gebruik met ontoelaatbaar hoge toerentallen. Het maximaal toegestane toerental is
aangegeven op het typeplaatje.
•
Operationele statussen, die met ontoelaatbaar hoge trillingen verbonden zijn, resp.
die ertoe leiden, dat de maximaal toegelaten slagsnelheden worden overschreden
volgens ISO 14694.
•
Toepassing met trillingsbelasting door het apparaat van de klant. Gebruik bij
resonantie en gebruik bij sterke vibraties resp. trillingen.
•
met direct contact met levensmiddelen of cosmetische en farmaceutische producten
•
Toepassing van de ventilator als zelfstandig huishoudelijk apparaat.
•
Gebruik met verijsde ventilatorwaaiers.
•
Transporteren van vloeibare stoffen.
•
Gebruiken van de ventilator inclusief de aanbouwdelen (bijv. beschermroosters) als
aflegplank of opstaphulp.
•
Gebruiken van de ventilator als veiligheidstechnische component resp. voor de
overname van veiligheidsrelevante functies in het kader van de EN ISO 13849-1.
•
Blokkeren of afremmen van de ventilator door er voorwerpen in te steken.
•
Losmaken van ventilatorvleugels, loopwiel en balansgewicht.
•
Toepassing als brandgas- of rookafzuigventilator.
•
Verder alle niet in de reglementaire toepassing genoemde
toepassingsmogelijkheden.
•
Ventilatoren of ook de onderdelen van de ventilatoren mogen op enige wijze
gewijzigd of aangepast worden zonder toestemming. Volgende maatregelen gelden
bijv. als ongepaste:
– Verwijderen of vervangen van componenten of afzonderlijke delen van de
ventilator door niet identieke constructiedelen.
– Het niet gebruiken van de meegeleverde losse toebehoren die nodig zijn voor een
bepaalde toepassing (bijv. instroomsproeiers en beschermroosters).
– Het boren van gaten.
– Het lassen van onderdelen.
– Wijziging van deklaag (bijv. afslijpen, overschilderen).
– Werkzaamheden of omstandigheden die afwijkend zijn van de aanwijzingen voor
opslag, transport, montage, elektrische aansluiting, instandhouding, onderhoud en
reiniging, vermeld in deze handleiding, evenals van de hieronder beschreven
speciale aanwijzingen voor explosiebeveiligde ventilatoren.
L-BAL-F006-NL 2023/08 Index 004
Art.-nr. 00280361-NL
8/37
Veiligheid