Inhoudsopgave
Advertenties
Montagehandleiding Radiaal motorventilatorwaaiers
Ingebruikname mag pas plaatsvinden als alle veiligheidsaanwijzingen
gecontroleerd zijn en gevaren uitgesloten zijn.
•
Draairichting / transportrichting van de luchtstroom controleren. Definitie van de
draairichting volgens afbeelding en draairichtingspijl op de buitendiameter van de
stator (RE..P) en/of de binnenzijde van de bodemplaat van de ventilatorwaaier
(RH..M):
Fig. 1 Type RE..P
Fig. 2 Type RH..M
•
Let op een trillingvrije loop. Sterke schommelingen door een onrustige loop
(onbalans), bijv. door transportschade of ondeskundig gebruik, kunnen tot uitval
leiden.
•
Motorventilatorwaaiers van ZIEHL-ABEGG SE zijn in de leveringstoestand
overeenkomstig DIN ISO 21940-11 voor de overeenkomstige ventilatorcategorie
conform ISO 14694 uitgebalanceerd. Controleer de motorventilatorwaaier na de
inbouw op mechanische trillingen. Wanneer de grenswaarden van de betreffende
ventilatorcategorie bij inbedrijfstelling worden overschreden, moet u de motor-
/ventilatorwaaiereenheid door vakpersoneel laten controleren en eventueel laten
nabalanceren, voor een continu bedrijf is toegestaan.
•
Controleer de installatie op resonanties! Als deze tot ontoelaatbaar hoge trillingen bij
de motorventilatorwaaier leiden, mag de installatie niet in bedrijf worden genomen
(neem zo nodig contact op met de serviceafdeling van ZIEHL-ABEGG SE)!
•
Met A beoordeeld niveau van het geluidsvermogen groter dan 80dB(A) mogelijk, zie
productcatalogus.
Aanvullend moeter er voor het inschakelen van een explosiebeveiligde ventilator
de volgende testen uitgevoerd worden:
•
Controle van de bedrijfsomstandigheden/procesparameters (zie 'Beoogd gebruik'). Er
moet vooral worden gegarandeerd dat de maximaal toegelaten waarden van de
draaisnelheid, aanzuig- en omgevingstemperatuur (zie vermogensplaatje) in geen
geval en op geen enkel moment worden overschreden!
•
Controleer of de aandrijfmotor correct elektrisch is aangesloten (voedingsspanning,
aarding, aansluiting temperatuurvoelers "TP").
•
Controle van de vreemde voorwerpen in het gebied van luchtleiding: er moet
verzekerd worden dat in de ventilator zelf of in het aanzuigbereik van de ventilator
zich geen losse partikels bevinden.
L-BAL-F006-NL 2023/08 Index 004
Art.-nr. 00280361-NL
23/37
Inbedrijfstelling
Advertenties
Inhoudsopgave
