AANWIJZING
Let bij motoren met rem BK.. of BZ.. op het volgende:
•
•
•
6.2
Vóór de inbedrijfstelling
Controleer de volgende punten voor inbedrijfstelling:
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
6.3
Inbedrijfstelling
Laat de motor bij de inbedrijfstelling gedurende 10 omwentelingen in elke richting op
een laag toerental draaien zonder axiale of radiale asbelasting, zodat de lagersmering
gelijkmatig wordt verdeeld.
6.4
Inbedrijfstelling na opslag
Als u een gedurende langere tijd (afhankelijk van de omgevingsvoorwaarden) opge-
slagen motor gebruikt, raadpleeg dan tevens in het hoofdstuk "Vóór de inbedrijfstel-
ling" (→ 2 93) de volgende punten:
•
•
Gebruik de rem uitsluitend als stoprem.
De reminvaltijd mag pas vanaf toerentallen van ≤ 20 min
toerentallen moet contact met SEW‑EURODRIVE worden opgenomen.
Noodstops vanaf hogere motortoerentallen zijn toegestaan.
Gebruik de motoren uitsluitend in combinatie met een frequentieregelaar!
Configureer de frequentieregelaar van SEW‑EURODRIVE voor de eerste inbedrijf-
stelling met de juiste engineering-software!
De aandrijving moet onbeschadigd zijn en mag niet geblokkeerd zijn.
Alle aansluitingen, met name de aardleidingen, zijn correct uitgevoerd.
Alle beschermkappen zijn correct geïnstalleerd.
Alle motorbeveiligingsvoorzieningen zijn actief.
Er zijn geen gevarenbronnen aanwezig.
Controleer de juiste werking van de remmen bij remmotoren.
De motoroppervlakken worden niet afgedekt door warmtegevoelige of warmte-iso-
lerende materialen.
Raadpleeg na een langdurige opslagtijd (afhankelijk van de omgevingsvoorwaar-
den) tevens het hoofdstuk "Inbedrijfstelling na opslag" (→ 2 93).
Bij remmotoren met rem BK.. adviseert SEW‑EURODRIVE een inslijproutine
(3 minuten lopen bij 300 min
De gebruiksduur van het kogellagervet is na een opslagtijd > 1 jaar aanzienlijk ver-
kort.
-1
, rem 1 – 2 maal per seconde laten invallen).
Technische handleiding – CM3C63 – 100
Inbedrijfstelling
Vóór de inbedrijfstelling
-1
plaatsvinden. Bij hogere
6
93