5.8
Motor en encodersysteem aansluiten met klemmenkast KK
De vermogens- en signaalkabels kunnen optioneel met adereindhulzen via een klem-
menkast worden aangesloten.
AANWIJZING
Ter bescherming tegen een storing van de motorbescherminrichting of de remaan-
sturingen mogen onafgeschermde remkabels niet samen met geschakelde vermo-
genskabels in één kabel gelegd worden.
Afgeschermde voedingsleidingen mogen samen met vermogenskabels met gescha-
kelde spanning in één kabel worden aangebracht.
Onder vermogenskabels met geschakelde spanning vallen:
•
•
•
•
•
5.8.1
Positie van de kabeldoorvoeren in de klemmenkast
Gevaar voor elektrische schokken en beschadiging van de motor door draaien van
de klemmenkast.
Elektrische schok en vernietiging van de motorprintplaat.
•
De kabelinvoerpositie wordt met x, 1, 2, 3 aangegeven.
Bij de motorgrootten CMC63.. met een vaste aanbouwpositie "x" is kabelinvoer van
3 kanten mogelijk.
Klemmenkast CMC63..:
Motor en encodersysteem aansluiten met klemmenkast KK
uitgangskabels van servoversterkers, converters en remapparatuur
kabels voor remweerstanden e.d.
Controleer de doorsneden van de kabels.
Schroef de aansluitingen en aardleidingen vast. Controleer de correcte aansluiting.
Voor de kabeldoorvoer van de signaalkabel dient een EMC-wartel te worden ge-
bruikt teneinde een correcte afschermingsklasse te waarborgen.
WAARSCHUWING
De positie van de klemmenkast wordt bij het bestellen van de motor bepaald.
Achteraf mag de klemmenkast niet meer worden gedraaid. Neem, indien nodig,
contact op met SEW‑EURODRIVE.
Elektrische installatie
2
3
X
Technische handleiding – CM3C63 – 100
5
29313347595
57