9
Bedrijfsstoring
9.1
Algemene aanwijzingen
Gevaar voor letsel door onbedoeld opstarten van de aandrijving.
Dodelijk of ernstig lichamelijk letsel.
•
•
Gevaar door hete oppervlakken.
Letsel.
•
LET OP
Vernieling van de motor door het meerdere malen bevestigen van een fout door het
aanspreken van de motorbeveiliging.
Materiële schade, beschadiging van de motor.
•
•
9.2
Storingen aan de servomotor
Storing
Motor start niet op
Onjuiste draairichting
Motor bromt en neemt
veel stroom op
WAARSCHUWING
Voordat met de werkzaamheden wordt begonnen moeten de motor en alle aan-
gesloten opties spanningsloos worden geschakeld.
Beveilig de motor tegen onbedoeld inschakelen.
VOORZICHTIG
Laat het product afkoelen voordat u het aanraakt.
Bepaal eerst de oorzaak van de storing en los deze op voordat u een fout door
het aanspreken van de motorbeveiliging bevestigt.
Een fout door het aanspreken van de motorbeveiliging niet meerdere malen be-
vestigen.
Mogelijke oorzaak
Voedingskabel onderbroken
Thermische motorbeveiliging is
geactiveerd
Regelaar defect, overbelast, ver-
keerd aangesloten of verkeerd in-
gesteld
Onjuiste setpointpolariteit
Aandrijving geblokkeerd
Rem komt niet los
Storing in encoder-kabel
Regelaar verkeerd ingesteld
Algemene aanwijzingen
Maatregel
Controleer de aansluitingen en corrigeer deze
waar nodig
Controleer de thermische motorbeveiliging op
de juiste instelling en verhelp eventuele fouten
Regelaar en bedrading controleren
Controleer de regelaar en setpoints
Controleer de aandrijving
Zie hoofdstuk "Storingen aan de
rem" (→ 2 112)
Controleer de encoderkabel
Regelaar controleren
Technische handleiding – CM3C63 – 100
Bedrijfsstoring
9
111