Elektrische installatie
5
Opties
5.12.3
Thermische motorbeveiliging
Temperatuurvoelers /PK
Typeaanduiding
Beschrijving
Technische gegevens
88
Technische handleiding – CM3C63 – 100
LET OP
Oververhitting van de motor door onvoldoende thermische motorbeveiliging.
Motorschade
•
Activeer naast de temperatuurvoeler ook een stroombewaking (l
stroombewaking) en een motormodel voor de thermische motorbeveiliging net
als bij SEW‑EURODRIVE-servosystemen.
AANWIJZING
Controleer of de gebruikte regelaar is voorzien van de betreffende analyse-elektroni-
ca voor de temperatuurvoeler PK (PT1000). Bij een te hoge temperatuur moet abso-
luut een thermische beveiligingsfunctie in werking treden.
/PK
De thermische motorbeveiliging in combinatie met de bijbehorende analyse-elektroni-
ca voorkomt oververhitting en daarmee dat de motor onherstelbaar beschadigd raakt.
Een temperatuurvoeler beschermt alleen indirect, omdat er slechts een voelerwaarde
wordt bepaald.
De optie /PK bestaat uit een platinasensor PT1000 die in een van de 3 motorwikkelin-
gen is geïntegreerd. De platinasensor heeft in tegenstelling tot de halfgeleidersensor /
KY een vrijwel geheel lineaire karakteristiek en is nauwkeuriger. Samen met een fre-
quentieregelaar die het thermische model van de motor bevat, kan de frequentierege-
laar door de /PK ook als motorbeveiliging functioneren.
De optie /PK komt overeen met een veilige scheiding.
De temperatuurvoeler PT1000 registreert continu de motortemperatuur.
Aansluiting
Totale weerstand bij 20 – 25 °C
Werkbereik U
eff
Teststroomsterkte
Overspanningscategorie
Verontreinigingsgraad
Maximale opstellingshoogte
2
t, effectieve
PT1000
rood – zwart
1.050 Ω < R < 1.150 Ω
25 V
< 3 mA
3
1
5000 m boven zeeniveau