2.8.2
Toelichtingen bij de verschillende smeermiddelen
[1]
[2]
[3]
[4]
[5]
[6]
[7]
*De olie moet bij een lage temperatuur met een olieverwarming tot de aangegeven mi-
nimumtemperatuur worden verwarmd. De maximaal toegestane olieviscositeit per
pomptype is in het volgende hoofdstuk opgenomen.
2.8.3
Toelichting bij oliesmeerinstallaties en olieviscositeit
In de standaarduitvoering is de motorpomp van de koelinstallatie geconstrueerd voor
een olieviscositeit van 2 000 cSt.
Als optie kan een motorpomp met een hoger aanzuigvermogen worden gebruikt, die
dan voor een olieviscositeit van
tact op met SEW-EURODRIVE
Aanvulling op de montage- en technische handleiding – Rechte en haakse reductor serie X..
Olie-lucht-koeler bij dompel- of badsmering/OAC
[1]
[2]
[3]
[4]
Laagste koudestarttemperatuur in °C bij dompelsmering*
Laagste koudestrattemperatuur in °C voor aandrijvingen met pompen tot een
max. olieviscositeit van 5.000 cSt*
Laagste koudestrattemperatuur in °C voor aandrijvingen met pompen tot een
max. olieviscositeit van 2.000 cSt*
Handelsnamen
Fabrikant
Hoogste oliebadtemperatuur in °C! Mag niet worden overschreden!
Goedkeuringen
[5]
-20
[6]
+65
-5
+5
xyz
[7]
SEW070040013
5 000 cSt.
is geconstrueerd. Neem, indien nodig, con-
Toegelaten smeermiddelen
18014416413363467
2
17