Oliesoort en hoeveelheid, zie hoofdstuk Be-
drijfsstoffentabel.
Schroef de afsluitstop weer vast.
l
Olieverversing aan de andere kant herhalen.
l
BW 177 D-4
5.28 Bevestigingen aan de die-
selmotor controleren
Afb. 140
Aanzuig- en uitlaatpijpbevestiging (Afb. 140)
l
aan de cilinderkoppen controleren op vaste
zitting.
Controleer de moffen en klemmen tussen
l
luchtfilter, uitlaatgas-turbocompressor en
laadluchtleiding en de smeerolieleidingen op
vaste zitting en dichtheid.
Bevestiging en dichtheid van de smeeroliebak
l
controleren.
Afb. 141
Motorhouders (Afb. 141) op toestand en vaste
l
zitting controleren.
B O M A G
N a i e d e r e 1 0 0 0 w e r k u r e n
9 5