8.0
In bedrijf stellen
Nooit met de handen in de bak
grijpen, als de roerspiralen nog
draaien!
I
Bij nieuwe machines, na 3 tot 4
keer de machine gevuld te
hebben, de boutverbindingen
controleren
natrekken.
I
Alleen goed gekorrelde meststof
gebruiken en alleen die soorten,
die in de strooitabel voorkomen.
Voor meststoffen waarvan de
dwarsverdeling onbekend is, de
werkbreedte met de mobile
testbaan controleren.
I
Bij het strooien van gemengde
stoffen er op letten dat,
•
de afzonderlijke soorten
verschillende
vliegeigenschappen
kunnen hebben,
•
een ontmenging van de
soorten tijdens het strooien
kan plaats vinden.
I
Na
iedere
eventueel
kunstmest
strooischoepen verwijderen.
8.1
I
I
I
en
zonodig
I
I
strooibeurt
d
aangekoekte
op
de
In bedrijf stellen
Centrifugaalstrooier vullen
Voor het vullen van de trechters
controleren of er geen vreemde
voorwerpen of ander materiaal
is achtergebleven.
Tijdens het vullen van de strooier
het opklapbare zeef gebruiken.
Er op letten, dat tijdens het vullen
geen vreemde voorwerpen in de
kunstmest bevinden.
Houd
rekening
met
toegestane draagvermogen van
de strooier (zie de technische
gegevens) en de maximale
belasting van de assen van de
trekker.
Bij het heffen van de strooier
wordt de vooras van de trekker
meer
of
minder
afhankelijk van de grootte van
de trekker.
Zorg tijdens het vullen van de
strooier
voor
voldoende
belasting van de vooras van de
trekker
(20%
van
eigengewicht van de trekker, zie
hiervoor
ook
bedieningshandleiding van de
trekkerfabrikant). Zonodig front-
gewichten aanbrengen!
Tijdens het vullen moeten de
doseerschuiven gesloten zijn!
Beslist
de
veiligheids-
aanwijzingen de kunstmest
leverancier opvolgen!
65
het
ontlast
het
de