62
Instellingen
I
Komen de werkelijk gestrooide
hoeveelheid en de gewenste
hoeveelheid niet met elkaar
overeen, dan de stand van de
doseerschuif dienovereen-
komstig corrigeren. Eventueel
de strooiproef herhalen.
-
Nadat de stand van de doseerschuif
voor de linker trechterpunt exact is
vastgesteld, de instelhendel van de rech-
ter doseerschuif op dezelfde waarde
instellen.
7.1.4.3.1 Berekening van de vereiste
meettijd voor werkbreedten
(meettrajecten) of rijsnelheden
die niet in de tabel voorkomen.
Benodigde meettijd [sec]
gewenste werkbreedte
7.1.5
Instellen van de stand van de
doseerschuiven
afdraaiset (speciale uitvoering
ZA-M max iS HYDRO)
F
Bij het vaststellen van de stand
van de doseerschuiven met
behulp
van
afdraaiset, de rekenschijf
gebruiken die bij deze afdraaiset
wordt meegeleverd! (op de
middelste
schaalverdeling bevindt zich de
positie „K".)
werkbreedte:
gewenste strooihoeveelheid:
gewenste rijsnelheid:
Bij het bepalen van de stand van
de doseerschuiven blijven de
beide schuiven gesloten en is
de aftakas uitgeschakeld.
meetstrook [m]
=
werksnelheid [km/uur]
-
afdraai-emmer (7.17/1) met de beugel
m.b.v.
(7.17/2) aan de uitloopgoot (7.17/3)
ophangen. Afdraai-emmer aan de
klembeugel
vasthaken.
-
schuif aan de zijkant (7.17/5 ) van de
uitloopgoot ca. 5 sec aan het koord
(7.17/6) volledig open trekken (om een
de
speciale
gelijkmatige doorstroming van de
kunstmest te waarborgen). Vervolgens
de opgevangen kunstmest terug in de
strooier gooien
gekleurde
-
in de tabel (7.18/1) bij de gewenste
werkbreedte 18m de vereiste meetstrook
van 27,75m (voor 1/40 ha gestrooide
oppervlakte) opzoeken
18m
-
op het land het meettraject exact
400 kg/ha
uitzetten. Begin- en eindpunt van de
10 km/uur
meetstrook markeren.
-
meettraject van begin- tot eindpunt onder
veldomstandigheden exact afrijden,
d.w.z. met de gewenste, constante
werksnelheid
aftakastoerental 540 t/min (indien voor
x 3,6
(7.17/4
en
7.16/1)
(10
km/uur)
en