9/274, 9/304, 12/254
LEGENDA
A
Afstelknop
B
Mini-compressor
C
Automatische afblaasklep
A
Solenoïde ontlader
AFSTELLING SNELHEIDS- EN DRUKREGELAAR
Doorgaans hoeft de regelaar niet te worden afgesteld, maar als
deafstelling niet meer juist is, ga dan als volgt te werk:
Raadpleeg het schema hierboven.
A: Afstelknop
Start de machine (raadpleeg de STARTINSTRUCTIES in het
hoofdstuk BEDIENINGSNSTRUCTIES van dit handboek).
E
Opening
F
Regeling druktransducer
G
Starten/activeren solenoïde
H
Drukmeter paneel
Stel de bedrijfsklep aan de buitenkant van de machine dusdanig af dat
de normale bedrijfsuitlaatdruk wordt gehandhaafd (zie ALGEMENE
INFORMATIE) bij een vollast toerental. Als de toerenteller terugzakt
voordat de nominale bedrijfsuitlaatdruk is bereikt, dient de afstelknop
'A' rechtsom te worden gedraaid om de druk te verhogen. De optimale
afstelling wordt verkregen wanneer het toerental tot net onder het
vollast toerental wordt geregeld en de druk hierbij net iets toeneemt.
Sluit de bedrijfsklep. De motor zal vertragen tot stationair toerental.
LET OP: zorg ervoor dat de stationaire druk de maximaal toegestane
druk nooit overschrijdt (zie ALGEMENE INFORMATIE).
ONDERHOUD
I
Scheidingstank
J
Handmatige afblaasklep
K
Ontlader
9/274, 9/304, 12/254, 17/244, 21/224
33