Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Monitoring Tijdens In Bedrijf; Opmerking - Doosan 9/274 Bedienings- En Onderhoudshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

20
BEDIENINGSINSTRUCTIES
DE MACHINE STOPPEN
1. Sluit de bedrijfsklep(pen).
2. Laat de compressor 3 tot 5 minuten stationair draaien om deze
te laten afkoelen.
3. Draai de hoofdschakelaar naar de aan-stand (tweede stand).
Hierdoor zal de motor stoppen. De ViewPort zal actief blijven.
Indien gewenst, kunnen de bedrijfsparameters en eventuele
actieve diagnostische codes worden bekeken.
4. Draai de hoofdschakelaar naar de uit-stand (eerste stand).
Hierdoor
worden
compressorbesturingssysteem uitgeschakeld.
5. Als de accu moet worden losgekoppeld, wacht hiermee minstens
70 seconden nadat de hoofdschakelaar in de uit-stand is gezet.
WAARSCHUWING: ongeschakelde accuvoeding naar de ECM
moet ten minste 70 seconden beschikbaar zijn nadat het
contactslot is uitgeschakeld. Gebeurt dit niet, dan zal de DEF-
pomp beschadingen oplopen.
OPMERKING: zodra de motor is gestopt, laat de automatische
afblaasklep alle druk uit het systeem af, behalve uit de
afvoerpijp en het spruitstukgedeelte. De druk in dit gedeelte
moet worden afgelaten door de afvoerklep te openen, waarbij u
uit de buurt van de ontsnappende luchtstroom moet blijven.
Als de automatische afblaasklep niet werkt, moet de druk in het
systeem worden ontlast met behulp van de handmatige afblaasklep.
WAARSCHUWING: wanneer u de systeemdruk aflaat met
behulp van de bedrijfsklep(pen), blijft er een beetje druk in het
systeem hangen. Er mag tijdens deze situatie geen onderhoud
worden uitgevoerd. Deze druk kan langzaam worden afgelaten
door gebruik van de handmatige afblaasklep.
LET OP: laat de machine nooit stilstaan wanneer er nog druk in
het systeem aanwezig is.
NOODSTOP
In het geval dat de machine in een noodsituatie moet worden gestopt,
DRUKT U OP DE NOODSTOPSCHAKELAAR AAN DE VOORZIJDE
VAN DE MACHINE EN VERZEKERT U ZICH ERVAN DAT HIJ IN
INGEDRUKTE STAND BLIJFT STAAN.
Als de machine niet is uitgerust met een noodstopschakelaar, draait u
de startschakelaar naar de (0) uit-stand.
OPNIEUW STARTEN NA EEN NOODSTOP
Haal de noodstopschakelaar uit de ingeschakelde (ingedrukte) stand.
Als de machine werd uitgeschakeld wegens een machinestoring,
spoor deze storing dan op en los ze op alvorens de machine opnieuw
te starten.
9/274, 9/304, 12/254, 17/244, 21/224
de
ViewPort
en
Als de machine omwille van veiligheidsredenen werd uitgeschakeld,
ervoor zorgen dat de machine veilig in gebruik kan worden genomen
voordat u hem opnieuw start.
Raadpleeg de instructies VÓÓR INBEDRIJFSTELLING en DE
MACHINE STARTEN in dit hoofdstuk alvorens de machine opnieuw te
starten.

MONITORING TIJDENS IN BEDRIJF

Als één van de veiligheidsuitschakeling-toestanden zich voordoet,
slaat de machine af.
het
Raadpleeg de diagnostische schermcodetabel voor een lijst met
uitschakeltoestanden.
LET OP: om ervoor te zorgen dat de olie voldoende doorstroomt
naar de compressor, mag de afvoerdruk nooit onder 3,5 bar
zakken.
NABEHANDELINGSSYSTEEM
De nabehandelingsarchitectuur voor de QSL9 fase 4-motor zoals
gebruikt in deze compressor is gebaseerd op drie belangrijke
subsystemen:
1. Dieseloxidatiekatalysator (DOC)
2. Selectieve Katalytische Reductie (SCR)
3. Doseringssysteem dieseluitlaatvloeistof (DEF)
Dieseloxidatiekatalysator (DOC)
Moderne katalysatoren bestaan uit monoliet honingraat substraat
bedekt met een platinagroep metalen katalysator, verpakt in een
roestvrij stalen container. De honingraatstructuur met vele kleine
parallelle kanalen biedt een hoog katalytisch contactvlak voor de
uitlaatgassen. Als de hete gassen contact maken met de katalysator,
worden verschillende verontreinigde stoffen omgezet in ongevaarlijke
substanties: koolstofdioxide en water.
De dieseloxidatiekatalysator is ontworpen voor het oxideren van
koolstofmonoxide, van koolwaterstoffen in de gasfase, en van de
oplosbare organische fractie van dieseldeeltjes betreffende CO
H
O.
2
Selectieve Katalytische Reductie (SCR)
Het doel van het SCR-systeem is om de hoeveelheid van NOx
(stikstofoxiden die zijn uitgestoten door motoren) te verlagen, welke
een gevaar opleveren voor onze gezondheid en voor het milieu. SCR
is de nabehandelingstechnologie die de uitlaatgassen van de motor
behandelt. Kleine hoeveelheden van dieseluitlaatvloeistof (DEF) zijn
geïnjecteerd in de upstream uitlaat van de katalysator, daar wordt het
verdampt en ontbonden om ammoniak en koolstofdioxide te vormen.
Ammoniak (NH
) is het gewenste product dat samen met de SCR-
3
Katalysator, NOx omzet in ongevaarlijke stikstof (N
Dieseluitlaatvloeistof (DEF)
DEF is de vereiste reagens voor het functioneren van het SCR-
systeem. Het is een zorgvuldig gemengde waterige ureumoplossing
die bestaat uit 32,5% hoogzuiver ureum en 67,5% gedeïoniseerd
water.
Een 32,5% DEF-oplossing zal beginnen te kristalliseren en te
bevriezen bij 12°F (-11°C ). Bij 32,5% zullen het ureum en het water
even snel bevriezen. Deze concentratie zorgt ervoor dat wanneer ze
gaan ontdooien de vloeistof niet wordt verdund of verdikt. Bevriezing
en ontdooiing van DEF zal niet leiden tot een vermindering van de
werking van het product.
Bij motorwerking tijdens koude weersomstandigheden, wordt er
motorkoelvloeistof gebruikt om de DEF-vloeistof op te warmen en te
ontdooien. Er is een vertraging ingebouwd in de motorsoftware om de
motorwerking te garanderen, zelfs met bevroren DEF-vloeistof tijdens
het opwarmen.
en
2
) en water (H
O).
2
2

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

9/30412/25417/24421/224895200899999 ... Toon alles

Inhoudsopgave