Normale belasting [412]
Dit menu is beschikbaar als in menu [400] of [401] max. of
min. vermogen-alarm is ingeschakeld. De normale belasting
is de asbelasting die vereist is onder normale bedrijfsomstan-
digheden. Standaard wordt 100% van het nominale motor-
vermogen beschouwd als de normale belasting. Afhankelijk
van de afmetingen van de motor in verhouding tot de toe-
passing moet deze waarde wellicht worden aangepast. De
normale belasting kan eenvoudig worden aangepast met de
autoset-functie in menu [411]. De normale belasting wordt
ingesteld als een percentage van het nominale motorvermo-
gen..
LET OP: Controleer bij gebruik van de lastmonitor of het
nominale motorvermogen correct is ingesteld in menu
[212].
4 1 2
1
0
0
Standaard:
100%
Instelbereik:
0-200% van P
0-200
Normale belasting
Uitgaande asbelasting [413]
Dit menu is beschikbaar als in menu [400] of [401] max. of
min. vermogen-alarm is ingeschakeld. Het menu geeft een
uitlezing van de actuele asbelasting. Dit kan worden
gebruikt als invoerinformatie bij het handmatig instellen van
de normale belasting.
4 1 3
0
Instelbereik:
0-200% van P
8.8.2 Extern alarm [420]
De MSF 2.0 kan een alarm genereren op basis van de status
van een extern signaal. Zie voor een gedetailleerde beschrij-
ving van de externe alarmfunctie sectie 8.9.5, pagina 91.
In dit menu zijn de volgende opties beschikbaar voor extern
alarm:
Off
Extern alarm is gedeactiveerd.
Waarschuwing
Alarmmelding F17 wordt op het display weergegeven en
relais K3 wordt geactiveerd (voor standaardconfiguratie van
de relais) als de externe alarmingang wordt geopend. De
Emotron AB 01-4135-03r1
Setting
Normale belasting
n
Uitlezing
Uitgaande asbelasting
n
motor wordt echter niet stopgezet en de werking wordt niet
onderbroken. De alarmmelding verdwijnt en het relais
wordt gereset als de externe alarmingang weer worden geslo-
ten. Het alarm kan ook handmatig worden gereset.
Uitlopen
Alarmmelding F17 wordt op het display weergegeven en
relais K3 wordt geactiveerd (voor standaardconfiguratie van
de relais) als de externe alarmingang wordt geopend. De
motorspanning wordt automatisch uitgeschakeld. De motor
loopt in vrijloop uit tot stilstand.
Stop
Alarmmelding F17 wordt op het display weergegeven en
relais K3 wordt geactiveerd (voor standaardconfiguratie van
de relais) als de externe alarmingang wordt geopend. De
motor wordt stopgezet volgens de stopinstellingen in menu's
[320] – [325].
Rem
Alarmmelding F17 wordt op het display weergegeven en
relais K3 wordt geactiveerd (voor standaardconfiguratie van
de relais) als de externe alarmingang wordt geopend. De
remfunctie wordt geactiveerd volgens de remmethode die is
geselecteerd in menu [323] en de motor wordt stopgezet vol-
gens de alarmreminstellingen in menu's [326] - [327] (rem-
kracht en remtijd).
Spinrem
De werking van de spinremoptie is gelijk aan de beschrijving
hierboven voor de remoptie. Als echter voor spinrem wordt
gekozen, kan het remmen ook worden ingezet vanuit een
inactieve status door de externe alarmingang te openen. Dat
betekent dat de softstarter een vrijlopende motor kan "van-
gen" en kan afremmen tot stilstand. De spinremoptie is
alleen beschikbaar voor extern alarm.
Als de werking is onderbroken door een extern alarm zijn
een resetsignaal en een nieuw startsignaal vereist voor een
herstart van de motor. De reset en het startsignaal kunnen
worden gegeven via een bedienpaneel, extern of via seriële
communicatie, afhankelijk van de in menu [200] geselec-
teerde besturingsbron. Ongeacht de geselecteerde bestu-
ringsbron kunt u altijd resetten via het bedienpaneel.
LET OP: Een reset via het bedienpaneel zal nooit de
motor starten.
Functiebeschrijving
75