Het bedienpaneel wordt gebruikt voor selecteren, program-
meren en weergeven. Het bestaat uit:
• 2 LED's.
• 1 display met drie 7-delige cijfers die het actuele menu-
nummer aangeven.
• 1 display met vier 7-delige cijfers die de actuele menuw-
aarde aangeven.
• Toetsenbord met acht toetsen.
7.3
LED-indicatie
De twee lichtgevende diodes geven het starten/stoppen aan
en dat de motor/ machine loopt.
Als een startcommando wordt gegeven vanaf het bedienpa-
neel, via de seriële interface (optie) of via de externe bedie-
ningsingangen, brandt de start/stop-LED. Bij een
stopcommando zal de start/stop-LED uitgaan. De start/
stop-LED knippert als de softstarter standby staat en wacht
op een start door een autoreset of een analoge start/stop.
Als de motor draait, knippert de "In Bedrijf "-LED gedu-
rende de oploop- en de aflooptijd en is deze continu aan bij
de volle motorspanning.
Netspanning
U
N
In Bedrijf-LED
In Bedrijf-LED
knippert
aan
Start/stop-LED
aan
Fig. 33 LED indicatie in andere bedrijfstoestand.
7.4
De menuopbouw
De menu's van de MSF 2.0 zijn opgezet met één structuur-
laag en onderverdeeld in de groepen die u ziet in tabel 8.
Om de inbedrijfstelling te vereenvoudigen, zijn de menu's
onderverdeeld in drie groepen: Uitlezing, Instelling en Multi
Setting. Uitleesmenu's zijn alleen bedoeld om gegevens uit te
lezen, instellingsmenu's zijn bedoeld voor het instellen van
één parameter en Multi Setting-menu's zijn bedoeld voor het
instellen van meerdere parameters die niet ongedaan
gemaakt kunnen worden. De menu's worden geselecteerd
door achter- en vooruit te bladeren door het menusysteem.
Er zijn submenu's om de instelling te vereenvoudigen. Deze
zijn echter niet beschikbaar als de bijbehorende hoofdfunctie
niet geactiveerd is.
40
Bediening van de softstarter
Tijd
In Bedrijf-LED
In Bedrijf-LED
uit
knippert
Start/stop-LED
uit
Tabel 11 Menu-opbouw MSF 2.0.
Functie
Algemene instellingen
Motorgegevens
Motorbeveiliging
Parametersetkeuze
Autoreset
Seriële communicatie
Bedrijfsinstellingen
Procesbeveiliging
I/O-instellingen
Uitleesfuncties
Alarmlijst
Softstartergegevens
7.5
De toetsen
De functies van het bedienpaneel zijn gebaseerd op een paar
simpele regels.
1. Bij het aanzetten wordt automatisch menu [100]
getoond.
2. Gebruik de "NEXT "
"
(VORIGE) toetsen om tussen de menu's te bewe-
gen. Om te door de menunummers heen te lopen, druk
op ofwel de "NEXT "
(VORIGE) toets en houd deze ingedrukt.
3. De "+" en de "-" toetsen worden gebruikt om de instel-
waarde the verhogen respectievelijk te verlagen. De
waarde knippert tijdens het instellen.
4. De "ENTER
"-knop bevestigt de zojuist verrichte
instelling en de waarde zal van flikkerend naar stabiel
gaan.
5. De "START/ STOP" knop wordt alleen gebruikt om de
motor/ machine te starten en te stoppen.
6. De knoppen
en
JOG
JOG
jogtoeren vanaf het bedienpaneel. De jogtoerensfunctie
moet zijn ingeschakeld in menu [334] of [335].
Menu nummer
100-101, 200-202
210-215
220-231
240-243
250-263
270-273
300-342
400-440
500-534
700-732
800-814
900-902
(VOLGENDE) en de "PREV
ofwel de "PREV "
worden alleen gebruikt voor
Emotron AB 01-4135-03r1