Waarneming
Als hij start, bereikt de motor
het volle toerental maar hij
schokt of trilt.
De motor schokt
Start- of stoptijd te lang.
De monitorfunctie
Geen alarm of prealarm
werkt niet.
Onverklaarbaar
F5, F6, F7, F8, F9, F10
alarm
F2 (Thermische motor-
beveiliging)
Het systeem lijkt
geblokkeerd in een
alarm
F3 (Softstarter oververhit)
106
Het zoeken en oplossen van storingen
Storingsindicatie
Als voor 'koppelbesturing' of 'pomp-
besturing' gekozen is, is het nood-
zakelijk om de motorgegevens in te
voeren in het systeem
Starttijd te kort
Indien spanningsbesturing wordt
gebruikt als startmethode, is de
aanvangsspanning bij de start wel-
licht te laag. Startspanning onjuist
ingesteld.
Motor te klein in verhouding tot last
van softstarter.
Motor te groot in relatie tot de last
van de softstarter.
Startspanning niet juist ingesteld
Aanlooptijden niet juist ingesteld.
Motor te groot of te klein in relatie
tot de last
Het is noodzakelijk om de nomi-
nale motordata voor deze functie
in te voeren.
Onjuiste alarmmarges of normale
belasting.
Alarmvertragingtijd is te kort.
De PTC-ingang kan niet aangeslo-
ten zijn.
Motor kan nog te warm zijn.Als
interne motorbescherming wordt
gebruikt, dan kan het afkoelen in
het interne model enige tijd in
beslag nemen
Omgevingstemperatuur is te hoog.
Misschien storing in ventilator.
Oorzaak
Invoer van de nominale motorgege-
vens in menu's [210]-[215]. Selecteer
op basis van de belastingskarakteris-
tiek de juiste koppelbesturingsoptie
in menu [310] (lineair of kwadra-
tisch).
Selecteer een juist aanvangs- en
eindkoppel bij start in menu's [311]
en [312]. In-dien 'Bypass' is gekozen,
controleer dan of de stroomtransfor-
matoren correct aangesloten zijn
Verleng de starttijd [315].
Pas aanvangsspanning bij start [311]
aan.
Gebruik een kleiner model softstar-
ter.
Gebruik een groter model softstarter
Stel de startaanlooptijd bij.
Kies de stroombegrenzingsfunctie
Stel de aanloop- en/ of aflooptijd in
Stap over op een ander formaat
motor.
Invoer van de nominale motorgege-
vens in menu's [210]-[215]. Pas a-lar-
mmarges en normale belasting aan in
menu's [402] – [412]. Gebruik indien
nodig Autoset [411]. Indien gebruik
wordt gemaakt van een bypass-scha-
kelaar, controleert u of de stroom-
transformatoren correct aangesloten
zijn
Pas de reactievertragingstijden voor
de alarmen aan, in de menu's [229],
[404], [410], [432], [435] en [438]
aan.
De PTC-ingang moet worden kortge-
sloten indien hij niet gebruikt wordt.
Wacht tot de motor-PTC een OK geeft
(niet oververhit) signaal. Wacht tot de
interne koeling klaar is. Probeer na
een tijdje opnieuw te starten.
Controleer of kabels van voedings-
deel zijn aangesloten in klemmen 71 -
74. MSF-017 - MSF-250 moeten een
jumper hebben tussen klemmen 71
en 72. Controleer ook of de ventila-
tor(en) draait/draaien.
Oplossing
Emotron AB 01-4135-03r1