T/T
Koppel
n
2.5
2
1.5
1
0.5
0
0
Stroom
I/I
n
8
7
6
5
4
3
2
1
0
0
Fig. 9
Softstarter – spanningsaanloop met stroombegrenzing
Ook hier weer laat de figuur zien dat de resulterende presta-
ties afhankelijk zijn van de combinatie van motor- en belas-
tingskarakteristieken. In het bovenstaande voorbeeld ligt het
motorkoppel op ongeveer half toerental bijna gelijk aan het
belastingskoppel. Dat houdt in dat deze specifieke motor
voor andere toepassingen met andere belastingskarakteristie-
ken (bijvoorbeeld een lineaire verhouding tussen koppel en
toerental) meer dan drie keer de nominale stroom nodig
heeft om te starten.
De meest geavanceerde elektronische softstarters maken
gebruik van koppelbesturing, wat een vrijwel constante acce-
leratie tijdens de start oplevert. Ook wordt gezorgd voor een
lage startstroom. Ook deze startmethode maakt echter
gebruik van een verlaagde motorspanning en de in de eerste
sectie van dit hoofdstuk beschreven kwadratische verhou-
ding tussen stroom en koppel is nog steeds van kracht. Dat
houdt in dat de laagst mogelijke startstroom wordt bepaald
door de combinatie van motor- en belastingskarakteristie-
ken.
12
Beschrijving
n/n
n
0.5
1
n/n
0.5
1
T/T
n
2.5
2
1.5
1
0.5
0
0
I/I
n
8
7
6
5
4
3
2
1
0
n
0
Fig. 10 Softstarten - koppelbesturing
Voor optimale startprestaties zijn de juiste instellingen van
de parameters van de softstarter, zoals aanvangskoppel en
eindkoppel bij de start alsmede de starttijd, van belang. Het
kiezen van deze parameters wordt gedetailleerd uitgelegd in
sectie 8.7, page 56.
Koppel
0.5
1
Stroom
0.5
1
Emotron AB 01-4135-03r1
n/n
n
n/n
n