7.
Bediening van de softstarter
Fig. 31 MSF softstartermodellen MSF-017 - MSF-1400.
7.1
Algemene beschrijving van
de gebruikersinterface
WAARSCHUWING! Bedien de softstarter nooit
met een verwijderd deksel.
Om de gewenste bedieningswijze te verkrijgen, dienen er een
aantal parameters in de softstarter te worden ingesteld.
De configuratie vindt plaats vanaf het bedienpaneel of met
behulp van een computer/regelsysteem via de seriële com-
municatie-interface (optioneel). Het bedienen van de motor,
d.w.z. starten en stoppen en de keuze van de parameterset,
wordt ofwel vanaf het bedienpaneel ofwel via de externe
bedieningsingangen ofwel via de seriële interface (optie)
gedaan.
Het instellen
WAARSCHUWING! Zorg ervoor dat alle
veiligheidsmaatregelen getroffen zijn voordat
u de voeding aanzet.
Zet de voeding aan (normaal gesproken 1 x 230 V), alle seg-
menten in het display zullen een paar seconden oplichten.
Dan zal het scherm menu [100] te zien geven. Een verlicht
display geeft aan dat de softstarter stuurspanning krijgt.
Emotron AB 01-4135-03r1
Controleer of u spanning heeft op de netschakelaar of op de
thyristoren. Stel de motorgegevens in (menu's [210] - [215])
voor de juiste werking en optimale prestaties van de inge-
bouwde functies, zoals koppelbesturing, motorbeveiliging,
asbelastingsmonitor enz.
7.2
Bedienpaneel
Fig. 32 Bedienpaneel.
Bediening van de softstarter
39