6.
maak element (E) los door de vier schroeven (F) los te draaien
m
De verbindingsmoffen (G) op de reductiemotor zijn ge-
schikt voor een veerhouder-as met een diameter van
48 mm. Als de as van het rolluik een kleinere diameter
heeft, vervangt u de verbindingsmoffen door die met
een diameter van 33 of 42 mm (niet bijgeleverd) en
plaatst u ze in overeenstemming met het eerder ge-
boorde gat van 10 mm (zie "Afbeelding 5").
9
7.
plaats de reductiemotor tegen de veerhouder-as en koppel hem
aan element (E) via de eerder verwijderde vier schroeven (F)
8.
draai de bijgeleverde schroef M10 (H) helemaal vast, zonder
zeskantige moer, tot hij in de veerhouder-as is doorgedrongen
door het gat van 10 mm
10
H
Ø10 mm
F
E
G
H
F
E
9.
draai schroef M10 (J) vast met de bijgeleverde moer (K) om
de reductiemotor vast te zetten op de veerhouder-as; draai de
moer vast om de schroef op zijn plaats te bevestigen
11
10.
monteer de rolband weer en zorg dat deze niet buigt, waardoor
de rollen naar buiten zouden kunnen komen
11.
monteer de twee halve kronen weer met de daarvoor bestemde
schroeven
12.
als er veerhouders met een diameter van 220 mm aanwezig
zijn, monteer dan de bijgeleverde adapter (L) met de daarvoor
bestemde schroef met platte kop (M)
12
13.
boor een gat van 12 mm in het laatste element van het rol-
luik, overeenkomend met het gat dat al aanwezig is in de halve
kroon (B)
14.
bevestig het laatste element van het rolluik aan de reductiemo-
tor met behulp van schroef (A) en de bijbehorende ring
J
K
L
M
NEDERLANDS – 7