Als u een gekoppelde printer (apart verkocht) gebruikt
Gekoppelde printers instellen
Als u een gekoppelde printer in gebruik wilt nemen, moet u de gegevens hiervan op de machine invoeren.
"Koppeleigensch." worden hieronder uitgelegd.
Zie "Link Mode" ( p.198) voor meer informatie over koppelingsmode en andere Admin.-instellingen.
Belangrijk!:
• Zorg ervoor dat de gekoppelde printer op de machine is aangesloten. Gekoppelde printers kunnen niet door de
machine worden herkend als deze niet zijn aangesloten.
• Voer per apparaat de informatie voor elke aangesloten gekoppelde printer in.
• Stel "Gekoppelde printer" in als "Één op één" wanneer er een enkele gekoppelde printer (apart verkocht) op de
machine is aangesloten.
• U kunt alleen afdrukken op de gekoppelde printer en de mogelijkheden ervan gebruiken, als u de gegevens van
de gekoppelde printer in de machine hebt ingevoerd.
242
Gekoppelde printers instellen [Koppeleigensch.]
[Koppeleigensch.]