Advertenties
Functies voor het maken van masters
Procedure voor Easy 2kleur
1
Kies een afdrukmode.
Selecteer tweekleurig afdrukken.
LET OP:
• Zie
p.29 voor informatie over het selecteren
van een afdrukmode.
2
Plaats het origineel en het afdrukpa-
pier.
Plaats het origineel op de glasplaat of in de optio-
nele ADF-eenheid.
Voor het plaatsen van het origineel raadpleegt u
p.42.
Belangrijk!:
• Wanneer "Opgegeven zone" wordt gebruikt,
plaatst u het origineel op de glasplaat.
• Wanneer het origineel op de glasplaat wordt
geplaatst, het origineel niet verwijderen tot een
tweekleurige testkopie afgedrukt is (stap 7).
3
Druk op [Easy 2kleur] in het scherm
Functies.
106
Tweekleurig afdrukken met 1 origineel [Easy 2kleur]
4
Druk op de toets van de scheidings-
methode die u wilt gebruiken.
Wanneer [Kleuropmaker] is geselecteerd, wijken
de daaropvolgende handelingen af. Raadpleeg
p.108 voor meer informatie.
LET OP:
• Het gedeelte waarvoor een master wordt
gemaakt, wordt rechtsonder in het scherm
weergegeven bij afdruktrommel 1 (
afdruktrommel 2 (
Druk op [Kl.wissel] om de kleurscheidingen te
wisselen.
• Om de instelling van "Easy 2kleur" te annule-
ren, drukt u op [Afbrek].
5
Druk op [OK].
Easy 2kleur is ingesteld en het scherm Functies
wordt opnieuw weergegeven.
6
Configureer de afdrukfuncties.
Configureer de gewenste instellingen.
LET OP:
• Wanneer "Voorbeeld" is ingesteld, nadat de
scheiding voltooid is, stopt de machine een-
maal. U kunt controleren of het origineel correct
gescheiden is.
p.109
7
Druk op
Het scannen van het origineel begint.
Achteraf voert u dezelfde handeling uit als het
maken van een master en de afdrukverwerking
voor normaal tweekleurig afdrukken.
) en
).
.
Advertenties
