Afdrukfuncties
6
Druk op [OK].
U keert terug naar de Parameterlijst nadat de
instellingen zijn geregistreerd.
U kunt de naam van elke parameter wijzigen. Om
de parameternamen te wijzigen, gaat u door met
de volgende stap.
LET OP:
• Raak, nadat u de instellingen hebt geregis-
treerd [Sluit] op het scherm Parameterlijst aan
om terug te keren naar het scherm Sp. papier-
bestur..
• Raak [Sluit] in het scherm Sp. papierbestur.
aan om terug te keren naar het scherm Func-
ties. Er wordt afgedrukt met de geregistreerde
instellingen.
• Als u niet wilt afdrukken nadat u de instellingen
hebt geregistreerd, drukt u op
bedieningspaneel.
7
Druk op [Hernoemen].
8
Raak de knop aan om de naam te wij-
zigen.
Niet-geregistreerde toetsen worden grijs weerge-
geven en zijn niet beschikbaar.
126
Papierinvoer-/ uitvoerinstellingen voor speciaal papier en afdrukmethoden [Uitw.geleid.contr.] [Sp. papierbestur.]
9
Voer een nieuwe naam in met de let-
tertoetsen.
U kunt tussen hoofdletters en kleine letters scha-
kelen met [Klein] en [Hooftlet.].
p.157
LET OP:
• Om de huidige naam te wissen, raakt u
10
Wanneer u alle tekens hebt inge-
voerd, raakt u [OK] aan.
U keert terug naar het scherm Parameterlijst en
de naam is bijgewerkt.
11
Druk op [Sluit].
op het
Het scherm Sp. papierbestur. wordt opnieuw
weergegeven.
aan of drukt u op de toets
.