BEDIENING
Functies en bediening van de oven
Oven met gestuurde luchtcirculatie
(met ventilator)
De oven kan verwarmd worden met behulp
van een verwarmingselement bovenaan en
onderaan en een grillelement (als dat er is).
De oven kan bediend worden met behulp van
de draaiknop voor de functie van de oven -
draai de draaiknop naar de gewenste functie
om de oven in te stellen –
en met behulp van de draaiknop van de
temperatuurregelaar – draai de draaiknop
naar de gewenste temperatuur om de oven
in te stellen
De oven kan uitgeschakeld worden door
beide draaiknoppen in de stand ""/"0"
te plaatsen.
Opgelet!
Als er een functie van de oven inge-
steld is, wordt de verwarming (van
een verwarmingselement enz.) pas
aangeschakeld als de temperatuur
ingesteld is.
0
Mogelijke standen van de draaiknop
voor de functie van de oven
Onafhankelijke verlichting van
de oven
Door de draaiknop op deze stand
in te stellen wordt de kamer van de
oven verlicht. Deze stand kunt u bv. bij het
reinigen van de oven gebruiken.
Opgelet!
Als de temperatuurregelaar anders
ingesteld is dan in nulstand, kan het
rode lampje in deze functiestand
aangaan, zelfs als de oven niet op-
gewarmd wordt.
Verwarmingselement onder-
aan en bovenaan aangescha-
keld
Als de draaiknop in deze stand
staat, wordt de oven op conven-
tionele manier opgewarmd
Ventilator en verwarmingsele-
ment bovenaan en onderaan
aangeschakeld
Als de draaiknop in deze stand
staat, voert de oven de functie
'gebak' uit. Conventionele oven met venti-
lator.
Opgelet!
Bij het gebruik van de functie
werkt alleen de ventilator als de
temperatuurregelaar op nulstand
staat. In deze stand kunnen gerech-
ten of de oven gekoeld worden.
Grill aangeschakeld
Door de draaiknop op deze stand
in te stellen, worden de gerech-
ten op het rooster gebakken.
47