Olie-waterkoeler bij spat- of badsmering /OWC
2
Installatie/montage
2.3.3
Elektrische aansluiting
2.3.4
Grenstemperatuur voor het opstarten van de oliesmeerinstallatie
12
Aanvulling op de montage- en technische handleiding – Rechte en haakse reductor serie X..
Houd bij de elektrische aansluitingen rekening met de landelijke voorschriften.
Sluit de motor en de temperatuurschakelaar aan.
•
Let daarbij vooral op de juiste draairichting van de pomp.
•
Raadpleeg het motorgegevensblad.
•
Wanneer u een temperatuurschakelaar /TSK2 gebruikt, moet u deze zodanig in
het circuit integreren dat
– bij het eerste schakelpunt de pomp van de olie-waterkoeler (bij een olietempe-
ratuur van 60 °C) wordt bijgeschakeld,
– bij het tweede schakelpunt (bij een olietemperatuur van 90 °C) een waarschu-
wingssignaal klinkt of de hoofdaandrijving wordt uitgeschakeld.
•
Bij gebruik van een temperatuurvoeler PT100 moet u deze zo in de stroomkring
opnemen, dat
– de pomp van de olie-waterkoeler bij het bereiken van een olietemperatuur van
60 °C wordt ingeschakeld.
– de pomp van de olie-waterkoeler bij een olietemperatuur onder 50 °C worden
uitgeschakeld.
– bij het bereiken van een olietemperatuur van 90 °C een waarschuwingssignaal
wordt geactiveerd of de hoofdaandrijving wordt uitgeschakeld.
Bij het gebruik van opties:
•
Sluit de elektrische waarschuwingsindicator van het oliefilter aan op besturing van
de gebruiker.
•
Sluit het stromingsbewakingsapparaat aan op de besturing van de gebruiker.
Om een probleemloze werking van de oliesmeerinstallatie te garanderen, moet de re-
ductorolie over een minimale viscositeit beschikken. Deze viscositeit is afhankelijk van
de gebruikte olie en olietemperatuur in de olievoerende leidingen/slangen en de olie-
pomp. Neem het hoofdstuk "Toegestane smeermiddelen" (→ 2 18) in acht.
Bij het gebruik van de oliesmeerinstallatie onder koude omgevingstemperaturen moet
de oliesmeerinstallatie eventueel worden aangepast. Neem, indien nodig, contact op
met SEW-EURODRIVE.