Nederlands
7.3
Aansluiting stilstandverwarming
8
Inbedrijfname
Veiligheid
Voorbereiding
8.1
Eerste inbedrijfname
102
AANWIJZING:
Om de startstroom te begrenzen en het activeren van de overstroom-
beveiligingen te vermijden, wordt het gebruik van soft starters aan-
bevolen.
Een stilstandverwarming wordt aanbevolen voor motoren, die van-
wege de klimaatomstandigheden aan condensvorming worden
blootgesteld (bijv. stilstaande motoren in vochtige omgeving resp.
motoren die worden blootgesteld aan sterke temperatuurschomme-
lingen). Dergelijke motorvarianten, die af fabriek met een stilstand-
verwarming uitgerust zijn, kunnen als speciale uitvoering besteld
worden. De stilstandverwarming dient om de motorwikkelingen te
beschermen tegen condenswater in het binnenste van de motor.
• De aansluiting van de stilstandverwarming vindt plaats op de klem-
men HE/HE in de klemmenkast (aansluitspanning: 1~230 V/50 Hz).
VOORZICHTIG! Gevaar voor materiële schade!
Gevaar voor beschadiging door ondeskundige hantering.
• De stilstandverwarming mag niet ingeschakeld zijn tijdens
het motorbedrijf.
GEVAAR! Levensgevaar!
Vanwege de niet gemonteerde veiligheidsvoorzieningen van de
klemmenkast of in het bereik van de koppeling kan door een elek-
trische schok of door aanraking van draaiende onderdelen levens-
gevaarlijk letsel worden veroorzaakt.
• Voor de inbedrijfname moeten eerder gedemonteerde veiligheids-
voorzieningen, zoals de klemmenkastafdekking of koppelingsbe-
veiliging, weer worden gemonteerd.
• Bij de inbedrijfname afstand houden van de pomp.
WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel!
Bij een niet-correcte installatie van de pomp/installatie kan er bij
de inbedrijfname vloeistof uit schieten. Ook kunnen er afzonder-
lijke onderdelen losraken.
• Bij de inbedrijfname afstand houden van de pomp.
• Veiligheidskleding, veiligheidshandschoenen en veiligheidsbril
dragen.
Voor de inbedrijfname moet de pomp de omgevingstemperatuur
aangenomen hebben.
• Controleren of de as zonder slepen kan worden gedraaid. Indien de
waaier is geblokkeerd resp. schuurt, de koppelingsschroeven los-
draaien en opnieuw met het voorgeschreven draaimoment aanhalen
(zie lijst "Tab. 5: Aanhaalmomenten schroeven" op pagina 109).
• Installatie deskundig vullen en ontluchten.
WAARSCHUWING! Gevaar door extreem hete of koude vloeistof
onder druk!
Afhankelijk van de temperatuur van het te pompen materiaal en
de systeemdruk kan bij het volledig openen van de ontluchtings-
schroef extreem heet of extreem koud materiaal in vloeibare of
gasvormige toestand vrijkomen of onder hoge druk naar buiten
worden gespoten.
• Ontluchtingsschroef altijd voorzichtig openen.
VOORZICHTIG! Gevaar voor materiële schade!
Door droogloop raakt de mechanische afdichting defect.
• Erop letten dat de pomp niet droogloopt.
WILO SE 08/2016