Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Wilo -CronoLine-IL Inbouw- En Bedieningsvoorschriften pagina 18

Inhoudsopgave

Advertenties

Fundament
Positionering/uitrichting
IL
Fig. 12: IL/DL
Fig. 13: BL
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-CronoLine-IL, CronoTwin-DL, CronoBloc-BL
• Axiale minimale afstand tussen een wand en de ventilatorkap van de
motor aanhouden: Vrije uitbouwafstand van min. 200 mm + diameter
van de ventilatorkap.
• Bij bepaalde pomptypes is het voor een trillingsgeïsoleerde opstelling
noodzakelijk om het fundamentblok tegelijkertijd te scheiden van het
bouwlichaam via een elastische tussenlaag (bijv. kurk of Mafund-
platen).
VOORZICHTIG! Gevaar voor materiële schade!
Gevaar voor beschadiging door ongeschikt fundament/
ondeskundige hantering.
• Een verkeerd fundament of het onjuist opstellen van het aggregaat
op het fundament kunnen een defect in de pomp veroorzaken; dit
valt niet onder de garantie.
• Verticaal boven de pomp moet een haak of een oog met betreffend
draagvermogen (totale gewicht van de pomp: zie catalogus/gege-
vensblad) worden aangebracht, waaraan bij onderhoud of reparatie
het pomphijswerktuig of gelijkaardige hulpmiddelen kunnen worden
bevestigd.
VOORZICHTIG! Gevaar voor materiële schade!
Gevaar voor beschadiging door ondeskundige hantering.
• De hefogen aan de motor alleen gebruiken voor het dragen van
de motorlast en niet voor het dragen van de totale pomp.
• De pomp uitsluitend met toegestane hijswerktuigen optillen
(zie hoofdstuk 3 "Transport en opslag" op pagina 89).
• Voor en achter de pomp afsluiters inbouwen om te voorkomen dat de
gehele installatie bij het controleren, het onderhoud of het vervangen
van de pomp wordt leeggemaakt. Evt. noodzakelijke terugslagklep
aanbrengen.
• Het lantaarnstuk heeft aan de onderzijde een opening, waarop bij
mogelijk neervallend condenswater/condensaat een uitstroomleiding
aangesloten kan worden (bijv. bij gebruik in klimaat- of koelinstalla-
ties). Het ontstane condensaat kan hiermee doelgericht afgevoerd
worden.
• Inbouwpositie: Elke inbouwpositie behalve "Motor naar beneden"
is toegestaan.
• De ontluchtingsklep (Fig. 1/2/3/4/5, pos. 1.31) moet altijd naar boven
wijzen.
AANWIJZING:
De inbouwpositie met horizontale motoras is bij de series IL en DL
alleen tot een motorvermogen van 15 kW toegestaan (Fig. 12). Een
motorsteun is niet vereist. Bij een motorvermogen > 15 kW is alleen
de inbouwpositie met verticale motoras nodig. Blokpompen van de
serie BL moeten op voldoende stevige fundamenten resp. consoles
opgesteld worden (Fig. 13).
• Bij pompen van het type BL moet de motor vanaf een motorvermogen
van 18,5 kW ondersteund worden, zie installatievoorbeeld BL
DL
(Fig. 14).
Alleen pomptype design B: Vanaf 37 kW vierpolig resp. 45 kW
tweepolig moeten het pomphuis en de motor ondersteund worden.
Hiervoor kunnen de geschikte onderlegplaten uit het Wilo-accessoi-
reprogramma worden gebruikt.
AANWIJZING:
De klemmenkast van de motor mag niet naar beneden wijzen.
Indien nodig kan de motor resp. insteekset na het losmaken van de
zeskantschroeven worden gedraaid. Hierbij moet erop gelet worden
dat de O-ringafdichting van het huis tijdens het verdraaien niet
beschadigd raakt.
Nederlands
97

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Wilo-cronotwin-dlWilo-cronobloc-bl

Inhoudsopgave