Inhoudsopgave
Advertenties
6.3
Toegestane krachten en momenten
aan de pompflenzen (alleen
BL-pompen)
Fig. 11: Toegestane krachten en momenten
aan de pompflenzen - pomp uit gietijzer
DN
32
315
40
385
50
525
65
648
80
788
100
1050
125
1243
150
1575
50
578
65
735
80
875
100
1173
125
1383
150
1750
200
2345
Tab. 3: Toegestane krachten en momenten aan de pompflenzen
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-CronoLine-IL, CronoTwin-DL, CronoBloc-BL
Z
Y
X
Z
Y
X
Krachten F [N]
F
F
F
X
Y
Z
298
368
350
438
473
578
595
735
718
875
945
1173
1120
1383
1418
1750
525
473
648
595
788
718
1050
945
1243
1120
1575
1418
2100
1890
Zie Fig. 11 en lijst "Tab. 3: Toegestane krachten en momenten aan de
pompflenzen" op pagina 95.
Waarden conform ISO/DIN 5199-klasse II (2002)-bijlage B,
familie-nr. 1A.
Σ Krachten F
M
X
578
385
683
455
910
490
1155
525
1383
560
1838
613
2170
735
2748
875
910
490
1155
525
1383
560
1838
613
2170
735
2748
875
3658
1138
Indien niet alle werkende lasten de maximaal toegestane waarden
bereiken, mag een van deze lasten de algemene grenswaarde over-
schrijden, onder voorwaarde dat er aan de volgende extra voorwaar-
den wordt voldaan:
• Alle componenten van een kracht of een moment moeten op het
1,4-voudige van de maximaal toegestane waarde worden begrensd.
• Voor de werkelijke op elke flens werkende krachten en momenten
geldt de volgende vergelijking (er moet aan de volgende voorwaarde
zijn voldaan):
daadwerkel.
maximaal toel.
Waarbij de totale last ∑ F en ∑ M de aritmetische sommen voor
elke flens (ingang en uitgang) zijn, zowel voor de werkelijke als ook
voor de maximaal toegestane waarde, zonder inachtneming van de
algebraïsche tekens, op het niveau van de pomp (ingangsflens + uit-
gangsflens).
Nederlands
Momenten M [Nm]
M
M
Σ Momenten
Y
Z
263
298
315
368
350
403
385
420
403
455
438
508
525
665
613
718
350
403
385
420
403
455
438
508
525
665
613
718
805
928
daadwerkel.
maximaal toel.
M
560
665
718
770
823
910
1068
1278
718
770
823
910
1068
1278
1680
95
Advertenties
Inhoudsopgave
